NT2 carnaval

NT2 carnaval
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

NT2 carnaval

Slide 1 - Tekstslide

Wat is carnaval?

Slide 2 - Tekstslide

Wat is carnaval?
  • Katholiek feest 
  • 4 dagen  
  • feest voor het vasten begint
  • 7 weken voor Pasen
  • in februari of maart

Slide 3 - Tekstslide

Waar vieren ze carnaval?

Slide 4 - Tekstslide

Waar vieren ze carnaval?
  • Het zuiden (Brabant en Limburg)
  • Waar veel katholieken wonen
  • Andere landen zoals Brazilië

Slide 5 - Tekstslide

Wat doe je met carnaval?

Slide 6 - Tekstslide

Wat doe je met carnaval?
  • Feesten vieren
  • Lekker eten en drinken (bier)
  • dansen

Slide 7 - Tekstslide

Hossen en polonaise

Slide 8 - Tekstslide

Wat doe je aan met carnaval?
  • gekke kleren

Slide 9 - Tekstslide

Zie video over carnaval (volgende dia)
Vanaf 2.42 minuten afspelen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Waarom vieren we carnaval?
Hoe is het ontstaan en waarom? Zie volgende dia

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Hoe lang duurt carnaval?
A
1 jaar
B
3 maanden
C
2 dagen
D
4 dagen

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

De optocht

Slide 16 - Tekstslide

Wie is de baas met carnaval?
  • Prins carnaval

Slide 17 - Tekstslide

ALAAF!

Slide 18 - Tekstslide

Hoe heet jouw stad met carnaval?

Slide 19 - Tekstslide

Tilburg: Kruikenstad
Waarom?

Slide 20 - Tekstslide

Wanneer vier je carnaval?
A
in de zomer
B
in de vakantie
C
elke dag
D
februari of maart

Slide 21 - Quizvraag

Waarom vieren we carnaval?
A
Omdat het leuk is
B
Om te feesten voor het vasten
C
Omdat sinterklaas jarig is

Slide 22 - Quizvraag

Bij welk geloof hoort carnaval?
A
katholiek
B
alle geloven

Slide 23 - Quizvraag

Hoe heet dansen met carnaval?
A
hoppen
B
dancing
C
gewoon dansen
D
hossen

Slide 24 - Quizvraag

Wat zie je met carnaval?
A
de zon
B
gekke mensen
C
de docent
D
veel auto's

Slide 25 - Quizvraag

Wat is dit?
A
de optocht
B
de prins
C
de fille
D
de voetbalwedstrijd

Slide 26 - Quizvraag

Wie is dit?
A
de cursist
B
mijn broer
C
de prins
D
de boer

Slide 27 - Quizvraag

Hoe heet Tilburg met carnaval?
A
Oeteldonk
B
Kruikenstad
C
Kielegat
D
Kruikenstad

Slide 28 - Quizvraag



Wat drink je met carnaval?
A
water
B
bier
C
wijn
D
cola

Slide 29 - Quizvraag


Hoe groet je met carnaval?
A
Houdoe!
B
Dag!
C
Alaaf!
D
Allemaal gek!

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Video