Samenvatten

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Waarom samenvatten?

  • Je bent bezig met de stof, waardoor je al aan het leren ben.
  • Hoofd- en bijzaken van elkaar onderscheiden
  • Geeft overzicht
  • het kost wat tijd, maar uiteindelijk gaat het leren sneller

Slide 2 - Tekstslide

Problemen
  • Mijn samenvatting is (net zo) lang(er) als de originele tekst
  • Hoe weet ik wat belangrijk is?

Slide 3 - Tekstslide

Hoofd- en bijzaken
  • Hoofdzaken: de belangrijke zaken uit de tekst

  • Die moeten in je samenvatting komen!

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn dan bijzaken?
De minder belangrijke zaken uit de tekst
  • Voorbeelden
  • Details


Deze laat je weg in je samenvatting!

Slide 5 - Tekstslide

Voordat je de tekst gaat lezen
  • Kijk je naar de structuur van de tekst.
  • Waarom?
  • Zo krijg je een overzicht van de tekst en weet je wat de schrijver met zijn tekst wil bereiken.

Slide 6 - Tekstslide

Daarna?
Lees je de hele tekst door.
Markeer met markeer stiften de belangrijkste zinnen uit de leertekst.

Slide 7 - Tekstslide

Verschillende manieren om samen te vatten

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Maak een mindmap
W-vragen en H-vraag
Wie?
Wat?
Waar?
Wanneer?
Hoe?


Dit zijn vragen die vaak in een samenvatting beantwoord dienen te worden.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Samenvatting met de structuur van het boek
Geschiedenis

Slide 12 - Tekstslide

Bronnen
Tenzij je docent je expliciet zegt dat je een bron moet leren, hoef je dit niet samen te vatten (= bijzaak)
De bronnen verduidelijken vaak de leertekst of geven extra informatie

Tip: kijk je gemaakte opdracht bij de bron wel goed door.
Leervragen
In dit boek worden de belangrijkste leervragen genoteerd bij dit hoofdstuk / deze paragraaf.

Tip: neem ze op in je samenvatting en beantwoord ze! (=hoofdzaken)

Bij geschiedenis en aardrijkskunde worden ze ook wel de 'kennen en kunnen genoemd'.
Samenvatten met de structuur van de tekst
Gebruik dezelfde kopjes en vat hieronder belangrijkste zaken samen.

Tip: gebruik tekens om wat overzicht te krijgen, zoals:
--> (gevolg)
= (conclusie, uitkomst)
* opsomming
<--> tegenstelling
1,2,3 nummer redenen /taken o.i.d.
Etc.
Dikgedrukte woorden
Zijn begrippen waar je de definitie (=betekenis) van moet kennen.
Neem ze op in je samenvatting

Om begrippen te leren, kun je eventueel ook dezelfde strategie om woordjes te leren gebruiken (kaartjesmethode bijv.)
maak een begrippenlijst in eigen woorden.

Slide 13 - Tekstslide

Samenvatting met de structuur van het boek
Biologie

Slide 14 - Tekstslide

Bronnen moet je leren!
De bronnen geven belangrijke informatie die ook in de leertekst staat. Leer en bekijk de bronnen goed. 
Leervragen
In dit boek worden de belangrijkste leervragen genoteerd bij dit hoofdstuk / deze paragraaf.

Tip: neem ze op in je samenvatting en beantwoord ze! (=hoofdzaken)

Bij geschiedenis en aardrijkskunde worden ze ook wel de 'kennen en kunnen genoemd'.
Samenvatten met de structuur van de tekst
Gebruik dezelfde kopjes en vat hieronder belangrijkste zaken samen.

Tip: gebruik tekens om wat overzicht te krijgen, zoals:
--> (gevolg)
= (conclusie, uitkomst)
* opsomming
<--> tegenstelling
1,2,3 nummer redenen /taken o.i.d.
Etc.
Dikgedrukte woorden
Zijn begrippen waar je de definitie (=betekenis) van moet kennen.
Neem ze op in je samenvatting

Om begrippen te leren, kun je eventueel ook dezelfde strategie om woordjes te leren gebruiken (kaartjesmethode bijv.)
maak een begrippenlijst in eigen woorden.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Oefenen!
Pak het vak voor je waar je het meeste moeite mee hebt. 

Slide 17 - Tekstslide

Vandaag gaan we een samenvatting maken voor geschiedenis of een ander tekstvak
Verschillende soorten samenvattingen
  • Mindmap
  • Kolommenschema
  • Structuur van de tekst
  • vragen samenvatting (ter controle) 

Denk aan
  • Enkel de hoofdzaken noteren
  • Het gebruiken van symbolen, zoals '--->' (gevolg), of '=' (synomiem) etc. 
  • Het gebruiken van kleurt (jes)

Slide 18 - Tekstslide