Cultuur - tradities - eten

1 / 41
volgende
Slide 1: Video
NT2Hoger onderwijs

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Hoe wordt er in jouw geboorteland getrouwd?

Slide 2 - Tekstslide

Wat zeg je als er iemand trouwt?
A
gelukkige verjaardag!
B
proficiat met de geboorte.
C
gefeliciteerd!
D
geniet van je dag!

Slide 3 - Quizvraag

Wat zeg je als er iemand trouwt?
- Proficiat
- Gefeliciteerd
- Veel geluk samen.
- Geniet van jullie dag.

In je moedertaal?

Slide 4 - Tekstslide

Hebben jullie een traditie als er een baby wordt geboren?

Slide 5 - Tekstslide

Wat zeg je als er iemand is geboren?
A
gelukkige verjaardag!
B
smakelijk!
C
proficiat met jullie baby!
D
proficiat met jullie huwelijk!

Slide 6 - Quizvraag

Wat zeg je als er een baby is geboren?
- Gefeliciteerd met de geboorte.
- Proficiat.
- Wat een mooie baby.
- Wat een mooie naam.

Slide 7 - Tekstslide

Is er een speciaal ritueel bij een begrafenis?

Slide 8 - Tekstslide

Wat zeg je als er iemand is gestorven?
A
sterkte.
B
innige deelneming.
C
smakelijk
D
gefeliciteerd

Slide 9 - Quizvraag

Wat zeg je als er iemand is gestorven?
- Gecondoleerd.
-Innige deelneming.
- Sterkte.

Slide 10 - Tekstslide

Wat eet je op een speciale dag in je geboorteland?

Slide 11 - Tekstslide

Wat zeg je voor het eten?
A
sterkte
B
smakelijk
C
schol
D
gezondheid

Slide 12 - Quizvraag

Wat zeg je als je samen eet of samen drinkt?
- Gezondheid!
- Schol!
- Santé!

- Smakelijk.
- Geniet ervan.

Slide 13 - Tekstslide

Wat zeg je als je op 1 januari?
A
gelukkige verjaardag!
B
gelukkig nieuwjaar!
C
vrolijke kerst!
D
smakelijk!

Slide 14 - Quizvraag

Wat zeg je als er iemand niest?
A
hatsjou
B
gezondheid
C
sterkte
D
proficiat

Slide 15 - Quizvraag

Wat zeg je als je geen koffie wilt?
Wil je koffie?
A
Nee, bedankt.
B
Ja, graag.
C
Nee, sorry.
D
Ja, alstublieft.

Slide 16 - Quizvraag

Wat zeg je als je kind naar een feestje gaat?
A
Sterkte.
B
Veel plezier!
C
Succes.
D
Goed gedaan.

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Link

Slide 19 - Link

Slide 20 - Tekstslide

Les thuis
Afspraken
Om 13u: Marie belt in de Praatbox
Van 13u30 tot 15u: jullie maken een oefening
Om 15u: Marie belt in Praatbox
Dit is ook LES. Je moet deelnemen.
Dit is geen vakantie: ik ga niet naar de supermarkt, ik ga niet naar het werk, ik ga niet naar de kapper, ...

Slide 21 - Tekstslide

Wat eet je in België?

Slide 22 - Woordweb

Wat eet je in
jouw geboorteland?

Slide 23 - Woordweb

Brusselse wafels: ingrediënten

Slide 24 - Tekstslide

Brusselse wafels: ingrediënten
•    100 gram bloem
•    3 eieren: dooier en wit apart
•    3 extra eiwitten
•    125 ml volle melk
•    85 gram echte boter, gesmolten
•    6 eetlepels witte suiker (voor tijdens het opkloppen van het eiwit)

Slide 25 - Tekstslide

Brusselse wafels: bereiding
1. Neem een kom en
doe er de eierdooiers en bloem in.
2. Doe de gesmolten boter erbij en meng.
3. Klop in een andere kom de eierdooiers op tot ze stijf zijn. Doe er de suiker bij.
4. Meng het opgeklopte eiwit bij het mengsel.
5. Zet je wafelijzer aan. Wacht tot het wam is.
6. Schep het mengsel in het wafelijzer.
7. Sluit het wafelijzer.
8. Bak tot de wafel gaar is.



Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

Waarom is het vakantie?
A
1 en 2 november zijn feestdagen in België
B
31 oktober is een feestdag in België
C
omdat het herfst is

Slide 28 - Quizvraag

Wat is de naam van de feestdag op 1 november?
A
Allerheiligen
B
Allerzielen
C
Halloween
D
Kerstmis

Slide 29 - Quizvraag

Wat doen mensen normaal
op 31 oktober?
A
Ze maken een wandeling in het dorp/bos.
B
Ze gaan naar het kerkhof.
C
Ze geven cadeautjes aan elkaar.
D
Ze verkleden zich in een griezelfiguur.

Slide 30 - Quizvraag

Wat ga je in de vakantie doen?
Ik ga ...
wandelen met mijn kinderen
koken: soep maken, koekjes bakken, fruit schillen
een recept schrijven voor Marie
een verhaal lezen in het Nederlands
knutselen en kleuren met mijn kinderen
een brief schrijven naar Marie

Slide 31 - Tekstslide

Wandelen met je kinderen
Van 24 oktober t.e.m. 11 november brengen we alle griezels in jouw gemeente of stad in kaart. En daarvoor hebben we jouw hulp nodig. Ga op pad met onze Griezelkaart en tel hoeveel vampieren, skeletten, pompoenen, heksen en spinnen je tegenkomt op jouw griezelwandeling.

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Koken

Slide 34 - Tekstslide

Een recept schrijven
Wat zijn de ingrediënten?
Wat moet ik doen?
Wat zijn de stappen?
Hoe lang duurt het?

Neem een video

Slide 35 - Tekstslide

een verhaal lezen
ga naar de bibliotheek in Strombeek
neem het boek

Titel: De Grote Monsteratlas
Titel: Griezeltijd
Titel: De familie Grafzerk

Slide 36 - Tekstslide

Instructies geven
Zij snijdt de ajuin.                                                        Snij de ajuin.
Zij serveert het gerecht.                                           ......... het gerecht.             
Zij mengt de sla.                                                            ......... de sla.
Zij giet slagroom op de cake.                                   ........ slagroom op de cake.
Hij rolt de sandwich.                                                     ...... de sandwich.

SNIJDEN - SNIJ                          MENGEN - MENG                  ROLLEN - ROL
SERVEREN - SERVEER            GIETEN - GIET



Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Link

Slide 39 - Video

Slide 40 - Video

Slide 41 - Tekstslide