Polaris H4.2 Spanning(batterijen) Verschil stroom en spanning

Wat is elektriciteit?

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat is elektriciteit?

Slide 1 - Tekstslide

                       Lesdoelen:
- Leg uit wat elektriciteit is en wat er 
   nodig is om een stroom te laten
   lopen.




Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Batterijen

Slide 4 - Tekstslide

Spanning groter maken
Als je een hogere spanning nodig hebt moet je batterijen in serieschakeling koppelen (+ van een aan - van ander)

3 batterijen van 1,5 V = 4,5 V

Een batterij van 9 V bestaat uit 6 kleine 1,5V batterijtjes

Slide 5 - Tekstslide

Berekening:
De accu van een laptop levert 14,4 V en bevat een aantal cellen van 3,6V. Hoeveel batterijen zijn hier in serie geschakeld?

14,4:3,6 = 4

Slide 6 - Tekstslide

Serie schakeling





- Netto spanning 3 V
- Voordeel: Hogere spanning
Parallel schakeling





- Netto spanning 1,5 V
- Voordeel: gaat langer mee
EXTRA UITLEG

Slide 7 - Tekstslide

Capaciteit:
  • De hoeveelheid elektriciteit opgeslagen in een batterij.
  • Wordt opgegeven in mAh
  • 2 000 mAh gaat twee keer zo lang mee als een batterij van 
       1 000 mAh

Slide 8 - Tekstslide

Dikke en dunne batterijen
Alle batterijen zijn 1,5 V
Dik - meer stof - gaan langer mee


Slide 9 - Tekstslide

Extra uitleg:

Slide 10 - Tekstslide

Adapter:
  • Zet 230 V netspanning om naar accu spanning 
  • en wisselspanning in gelijkspanning

Slide 11 - Tekstslide

Voltmeter

Slide 12 - Tekstslide

Amperemeter aansluiten
1
2

Slide 13 - Tekstslide

Aansluiten amperemeter en voltmeter.

- Een amperemeter telt het aantal elektronen 
   wat langs stroomt ==> In de stroomkring kijken.

- Een voltmeter bekijkt het spanningsverschil.
   Er stroomt geen stroom door een voltmeter.
   Een stroommeter kijkt van buitenaf tussen twee punten

Slide 14 - Tekstslide


Symbolen Stroomkringschema
Voor een stroomkring teken je een overzichtelijke schema: het stroomkringschema. Voor elk onderdeel gebruik je een symbool.

Slide 15 - Tekstslide

Stroomkringschema
  • De symbolen verbind je 
        met rechte lijnen.
  • Deze rechte lijnen maak je 
        met een geodriehoek.
  • Schakelschema's teken je 
        met een potlood.

Slide 16 - Tekstslide

Schakelschema van een zaklamp

Slide 17 - Tekstslide

Wat stroomt er eigenlijk?
Elektronen
  • Deze deeltjes zijn elektrisch geladen deeltjes
  • die heel klein zijn
Bij bliksem en bij een plasma 
bol zie je niet de elektronen, 
maar je ziet wel waar de stroom loopt.

Slide 18 - Tekstslide

Voorstelling van stroom

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Belangrijke woorden bij elektriciteit

- Stroomkring
- Elektrische energie
- Geleiders
- Isolatoren
- Schakelaar
- Stroommeter / Stroomsterkte

Slide 21 - Tekstslide

Samenvatting
  • Elektriciteit is het verplaatsen van elektronen.
  • Voor een elektrische stroom te laten stromen zijn een 
        spanningsbron en een gesloten kring nodig.
  • Een stroomkring teken je in een schakelschema.
  • Een geleider laat een elektrische stroom goed door en een isolator niet.

Slide 22 - Tekstslide