4.3 Hokjesdenken

Een vader en zijn zoon krijgen een vreselijk auto-ongeluk. De vader sterft ter plekke, zijn zoon wordt met loeiende sirenes naar het ziekenhuis vervoerd. 
Hij wordt de operatiekamer ingereden en de chirurg zegt: ik kan hem niet opereren, hij is mijn zoon! 

Hoe kan dit?
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Een vader en zijn zoon krijgen een vreselijk auto-ongeluk. De vader sterft ter plekke, zijn zoon wordt met loeiende sirenes naar het ziekenhuis vervoerd. 
Hij wordt de operatiekamer ingereden en de chirurg zegt: ik kan hem niet opereren, hij is mijn zoon! 

Hoe kan dit?

Slide 1 - Tekstslide

4.3 Wij en zij
  • Je kan het verband uitleggen tussen hokjes denken en discriminatie  
  • Je kan het verschil uitleggen tussen stereotypen en vooroordelen.
  • Je kan uitleggen wat polarisatie is

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Hokjesdenken
= eerste automatische oordeel. Om de wereld overzichtelijk te maken heeft je brein allerlei hokjes waarin je automatisch mensen, dingen en situaties plaatst. 

Slide 4 - Tekstslide

Stereotypen en vooroordelen

Slide 5 - Tekstslide

Pubers zijn altijd onbeleefd
A
Vooroordeel
B
Stereotype

Slide 6 - Quizvraag

Nederlanders houden van kaas
A
Vooroordeel
B
Stereotype

Slide 7 - Quizvraag

Je bent een vrouw, je kan dus niet klussen
A
Vooroordeel
B
Stereotype

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Laten leiden door vooroordelen kan zorgen voor discriminatie...
Discriminatie:
Iemand anders behandelen vanwege persoonlijke kenmerken, die in de situatie niet van belang zijn. (geslacht, religie, leeftijd)
Racisme:
Discriminatie maar dan
vanwege huidskleur/afkomst.

Slide 10 - Tekstslide

0

Slide 11 - Video

Institutionele discriminatie

Discriminatie die gelegen is in de regels van een organisatie. (belastingdienst: kinderopvangtoeslag)
Etnisch profileren

Een vorm van discriminatie waarbij de politie iemand stopt, fouilleert enz. op grond van zijn huidskleur.

Slide 12 - Tekstslide

En vervolgens tot polarisatie 
WIJ-ZIJ tegenstelling krijgt dan extra nadruk en zet groepen mensen tegenover elkaar: 

Verschillen worden benadrukt
in plaats van de overeenkomsten
met gevolg weinig onderlinge 
binding (=sociale cohesie).


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Aan de slag! 
Maak de opdrachten uit de studiewijzer
4.1: • Opdracht 8, opdracht 9 (blz. 113 werkboek).
4.2: • Opdracht 7, opdracht 8 (blz. 119 werkboek).
4.3: • Opdracht 8, opdracht 11 (blz. 123 en 124 werkboek). 

Slide 15 - Tekstslide

Stereotypen > Vooroordelen > Discriminatie 

Slide 16 - Tekstslide