Op weg naar rijbewijs B - les 3

Op weg naar rijbewijs B - les 3
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Op weg naar rijbewijs B - les 3

Slide 1 - Tekstslide

1. Een pad
Een pad is een zeer smalle openbare weg. Hierdoor kunnen auto’s er vaak geen gebruik van maken, maar fietsers, voetgangers, brommers wel.

Slide 2 - Tekstslide

Als je met een fiets van een pad op een verharde weg rijdt, moet je dan voorrang verlenen aan de bestuurders op de verharde weg?

A
Ja
B
Neen

Slide 3 - Quizvraag

2. Een aardeweg
Een aardeweg is een een niet verharde openbare weg die breder is dan een pad. Ook als de laatste meters verhard zijn, blijft het een aardeweg.

Slide 4 - Tekstslide

Als je met een auto, fiets, … van een aardeweg op een rijbaan rijdt, moet je voorrang verlenen aan de bestuurders die op de rijbaan rijden?

A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Video

Wat betekent dit verkeersbord?

Slide 7 - Open vraag

Wat betekent dit verkeersbord?

Slide 8 - Open vraag

3. Een autosnelweg
Op een autosnelweg zijn er geen kruispunten en geen verkeerslichten. 

Zoals op de gewone wegen moeten auto’s ook op autosnelwegen op de rechterrijstrook rijden. Alleen als je een ander voertuig inhaalt, mag je op de linkse rijstrook rijden. 

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de maximale snelheid op een autosnelweg?

Slide 10 - Open vraag

Wat is de minimale snelheid op een autosnelweg?

Slide 11 - Open vraag

3. Een autosnelweg
Wanneer je de autosnelweg wil verlaten, moet je zo snel mogelijk op de uitvoegstrook rijden. Eens je op de uitvoegstrook bent, kan je jouw snelheid verminderen en de afslag nemen.

Slide 12 - Tekstslide

3. Een autosnelweg
Naast de rijstroken is er op een autosnelweg ook een pechstrook. Je mag hier alleen met de auto komen als je pech hebt of een ongeval. Je mag er dus niet op rijden, stilstaan of parkeren.

Slide 13 - Tekstslide

Als je pech of een ongeval hebt op de autosnelweg. Op hoeveel meter voor je auto moet je een gevarendriehoek plaatsen?

A
30 meter
B
50 meter
C
70 meter
D
100 meter

Slide 14 - Quizvraag

3. Een autosnelweg
Wat mag er niet op een autosnelweg: 
  • Stilstaan of parkeren (1)
  • De dwarsverbinding gebruiken (2)
  • Alleen prioritaire voertuigen mogen dit
  • In de tegengestelde richting rijden (3)
  • Achteruitrijden (4)
  • Rijden op de pechstrook (1)
  • Een defecte auto slepen

Slide 15 - Tekstslide

3. Een ongeval op de autosnelweg
Een calamiteitenroute is een lokale omleidingsroute die gebruikt wordt als een snelweg voor langere duur versperd is of volledig afgesloten moet worden. Van zodra een calamiteitenroute actief wordt, deelt het Verkeerscentrum de calamiteitenroute mee in zijn verkeersinformatie, alsook welke routeletter de weggebruikers 
moeten volgen om de omleiding te volgen. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

3. Werken op de autosnelweg
Werk in uitvoering. 150 meter voor het  begin van 
de wegenwerken

Doorsteek van een middenberm over 1500 meter


Wegwijzer van een omleiding 

Slide 18 - Tekstslide