Staatsrecht les 2

Staatsrecht
Les 2
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
StaatsrechtMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Staatsrecht
Les 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Vorige keer:
Staat 
Staatsvorm: gedecentraliseerde eenheidsstaat 


Vandaag:
Actualiteit (verkiezingen)
Staatsvorm en regeringsvorm
Taken Koning

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer spreken we van een staat? (noem de 3 kenmerken)

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

We hebben vorige week gezien dat NL een gedecentraliseerde eenheidsstaat is. Wat wordt bedoeld met gedecentraliseerd?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat houdt het legaliteitsbeginsel in?
A
Dat we een onafhankelijke rechter hebben
B
Dat de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht gescheiden zijn
C
Dat alles wat de overheid doet gebaseerd moet zijn op de wet
D
Dat alles wat de overheid doet legitiem moet zijn

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Staatsvorm (2)
democratische rechtsstaat
Rechtsstaat = de macht van de overheid wordt beperkt door:
1. legaliteitsbeginsel
2. onafhankelijke rechter
3. scheiding van de machten
4. grondrechten voor de burgers
Democratie= inwoners kiezen de volksvertegenwoordiging die de wetten maakt!

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De rechtsstaat ingezoomd
Legaliteitsbeginsel
Overheid mag alleen handelen op grond van wetten (Lat.: lex, legis)
De wetten mogen (in principe) niet met terugwerkende kracht gelden omdat inwoners moeten weten waar ze aan toe zijn (rechtszekerheid voor de inwoners)

Slide 8 - Tekstslide

In principe omdat terugwerkende kracht bij het invoeren van gunstige regelgeving wel kan voorkomen. Bij ongunstige regelgeving wordt terugwerkende kracht vooral in het fiscaal recht toegepast, en dan met ingang van de dag van beslissing, niet van bekendmaking in het Staatsblad. Het gaat dan om dagen, niet om maanden. Maar terugwerkende kracht moet altijd restrictief worden toegepast.
Let op: in het Strafrecht is dit uitdrukkelijk verboden!
Dilemma: De wet op het raadgevend referendum is met terugwerkende kracht ingetrokken. Want anders had hier ook nog een referendum over kunnen worden aangevraagd... wat vinden jullie?
helemaal ok
een beetje ok
eerder niet ok
helemaal niet ok.

Slide 9 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

De rechtsstaat ingezoomd
Onafhankelijke rechters
Rechter oordeelt of een rechtsregel is overtreden en hoe deze moet worden toegepast op een inwoner/bedrijf/overheid.
Alleen rechters mogen gevangenisstraf opleggen , art. 113 GW
Rechter is voor het leven benoemd, art. 117 GW
Dus: de overheid kan hem niet ontslaan!

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De rechtsstaat ingezoomd
Scheiding der machten (Montesquieu)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De rechtsstaat ingezoomd
Grondrechten (en mensenrechten)
Burgers hebben grondrechten: bijv. vrijheid van meningsuiting, vrijheid van betoging, recht op gelijke behandeling ezv.
De overheid mag deze alleen soms en met hele goede redenen beperken!
(Naast grondrechten in de GW ook mensenrechten in o.a. het EVRM)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak nu opdracht 3

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Democratie
art. 4 GW: iedere Nederlander van 18 jaar en ouder mag de volksvertegenwoordiging kiezen of zich laten kiezen!
o.a.:
Leeftijd: sinds 1972 = 18 jaar (wat vinden jullie?)
Geheim: je hoeft niemand te vertellen wat je hebt gestemd!
Vrij: je mag zelf bepalen waar je op stemt
Vrij: er moet iets te kiezen zijn


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regeringsvorm (1) 
Constitutionele monarchie
Monarchie: rol van staatshoofd wordt door erfopvolging verkregen
Dus: Juliana | Beatrix | Willem-Alexander | Amalia |  ?

Constitutioneel (komt van 'constitution'): taken en bevoegdheden van het staatshoofd staan in een Grondwet

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regeringsvorm (2) 
parlementair stelsel
De regering van Nederland bestaat uit de Koning en ministers, art. 42 GW
-  is niet gekozen, maar benoemd (coalitie van de 2e Kamer stelt ministers voor)
- bestuurt het land
Regering moet verantwoording afleggen aan het parlement = de Staten-Generaal (hoogste macht in het land!!!)
- Tweede Kamer (rechtstreeks gekozen door Nederlanders)    +
- Eerste Kamer (gekozen door de Provinciale Staten)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak nu opdracht 4

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taken Koning, art. 24 GW
Ceremoniële taken: 
- vertegenwoordigen van Nederland tijdens staatsbezoeken 
- werkbezoeken in provincies en gemeenten
Staatstaken:
- troonrede voordragen (beleid van de regering voor het komend jaar), art. 65 GW
- ondertekenen van wetten en Koninklijke Besluiten. 

Let op: 
Koning is onschendbaar, art. 42 GW
DUS: ministers zijn verantwoordelijk !

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
Grondregels staatsrecht: in de Grondwet
Staat: eigen grondgebied, inwoners en overheidsgezag
Staatsvorm NL: 
- gedecentraliseerde eenheidsstaat want meeste regels uit Den Haag, maar ook regels uit de gemeente en Provincie
- democratische rechtsstaat, want legaliteitsbeginsel, onafhankelijke rechters, machtenscheiding en grondrechten; daarnaast algemene, vrije en geheime verkiezingen voor wetgevende macht
Regeringsvorm NL:
- constitutionele monarchie omdat positie Koning geregeld is in de Grondwet
- parlementair stelsel: parlement is de hoogste macht en controleert de regering!


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies