Enkelvoudige intrest

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeSecundair onderwijs

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Financiële algebra

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

K staat voor
A
beginkapitaal.
B
intrest.
C
looptijd.
D
eindkapitaal.

Slide 8 - Quizvraag

Het symbool voor de looptijd is
A
N
B
L
C
l
D
n

Slide 9 - Quizvraag

Welk symbool gebruiken we voor de rentevoet?

Slide 10 - Open vraag

Met het symbool I wordt
A
de intrest bedoeld.
B
de rentevoet bedoeld.
C
de looptijd bedoeld.
D
de jaarlijkse winst bedoeld.

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide