5 Goede start: doel van een tekst

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Introductie

In deze les herhalen de leerlingen zaken die zij geleerd hebben op de basisschool. Dit om de voorkennis te activeren. - alinea in een tekst

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

START


- weet je nog dat een schrijver met een tekst altijd een bedoeling heeft?

- weet je nog dat we deze bedoeling het doel van een tekst noemen?

- weet je nog dat informatie geven en amuseren tekstdoelen zijn?


lezen

Slide 2 - Tekstslide

LEZEN

doel van een tekst


Een schrijver heeft met een tekst altijd een bedoeling.


Bijvoorbeeld uitleggen 
hoe je voor een konijn
 moet zorgen.

Slide 3 - Tekstslide

LEZEN

doel van een tekst


De bedoeling noemen we het doel van een tekst.


Slide 4 - Tekstslide

DOEL: informatie geven
Door de tekst kun je iets leren.

Voorbeelden:
uitleg in een schoolboek, 
een nieuwsbericht in de krant, 
een boek over het verzorgen van een konijn

Slide 5 - Tekstslide

DOEL: amuseren
Je leest een tekst voor je plezier.


Voorbeelden:
een stripverhaal, 
een spannend boek
Een ander woord voor amuseren is vermaken.

Slide 6 - Tekstslide

Lees de tekst.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het
doel van de tekst?
A
informeren
B
amuseren

Slide 8 - Quizvraag

Leg uit waarom dit een amuserende tekst is.

Slide 9 - Open vraag

Lees de tekst.

Slide 10 - Tekstslide

Wat is het doel van de tekst?
A
informeren
B
amuseren

Slide 11 - Quizvraag

Leg uit waarom dit een amuserende tekst is.

Slide 12 - Open vraag

Lees de tekst.

Slide 13 - Tekstslide

Wat is het doel van de tekst?
A
informeren
B
amuseren

Slide 14 - Quizvraag

Leg uit waarom dit een amuserende tekst is.

Slide 15 - Open vraag

Lees de tekst.

Slide 16 - Tekstslide

Wat is het doel van de tekst?
A
informeren
B
amuseren

Slide 17 - Quizvraag

Wat kun je van deze informatie leren?

Slide 18 - Open vraag

Lees de tekst.

Slide 19 - Tekstslide

Wat is het doel van de tekst?
A
informeren
B
amuseren

Slide 20 - Quizvraag

Wat kun je van deze informatie leren?

Slide 21 - Open vraag

Lees (en beluister) de tekst.

Slide 22 - Tekstslide

Kijk eens naar jouw agenda.
Kan die tegen een stootje?
A
Ja, mijn agenda kan tegen een stootje.
B
Nee, mijn agenda ziet er niet meer uit.
C
Een agenda? Die heb ik niet.

Slide 23 - Quizvraag

Wat betekent als iets 'hufterproof' is?

Slide 24 - Open vraag

Is het de bedoeling dat je de tests van tekst 1 ook echt uitvoert?

Slide 25 - Open vraag

Wat is het doel van de tekst?
A
informeren
B
amuseren

Slide 26 - Quizvraag

START


- je weet dat een schrijver met een tekst altijd een bedoeling heeft

- je weet dat we deze bedoeling het doel van een tekst noemen?

- je weet dat informatie geven en amuseren tekstdoelen zijn?


lezen

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide