8.4 Als het tegenzit

8.4 Als het tegenzit
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

8.4 Als het tegenzit

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vooroordelen bestaan overal, ook op de werkvloer en als je solliciteert. Wat is een vooroordeel?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In deze paragraaf hebben we het over drie vervelende situaties op het werk: discriminatie, ruzie met je werkgever en ontslag. Wat is discriminatie?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vijf soorten discriminatie op de werkvloer en als je solliciteert staan in het lesboek?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan de vakbond voor werknemers betekenen?
A
Hulp bieden bij arbeidsconflicten
B
Het betalen van loon
C
Het geven van promoties
D
Het regelen van vakantiedagen

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De vakbond kan dus helpen bij een arbeidsconflict, maar wat is een arbeidsconflict?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vakbond

De vakbond komt op voor de belangen van werkgevers.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De overheid wil een staking van leraren verbieden, mag dat?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij je werk heb je een opzegtermijn. Dat is:
A
Een periode waarin je bij je oude baas moet blijven werken
B
De tijd die je krijgt om te zeggen dat je het oneens bent met je ontslag
C
De proefperiode als je ergens gaat werken
D
De tijd die je krijgt om je in te werken

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Als een baas iemand ontslaat, geldt voor de baas een opzegtermijn.
2. Als je zelf ontslag neemt, geldt voor jou een opzegtermijn.

A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
1 en 2 zijn beide juist
D
1 en 2 zijn beide onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Als een baas iemand ontslaat, geldt voor de baas een opzegtermijn.
2. Als je zelf ontslag neemt, geldt voor jou een opzegtermijn.

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Als je ontslag neemt, is dat ontslag op staande voet.
2. Bij ontslag geldt voor werkgever en werknemer een opzegtermijn.

A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
1 en 2 zijn beide juist
D
1 en 2 zijn beide onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Als je ontslag neemt, is dat ontslag op staande voet.
2. Bij ontslag geldt voor werkgever en werknemer een opzegtermijn.

Wanneer kan een baas je op staande voet ontslaan?
A
Als het bedrijf geen geld meer heeft
B
Als je meer loon wilt hebben
C
Als je opzegtermijn is afgelopen
D
Als je spullen steelt op je werk

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is positieve discriminatie?
A
Een oordeel over iets of iemand zonder dat je de feiten kent
B
Het maken van onderscheid tussen mensen
C
Als mensen juist een voordeel krijgen omdat ze bij een bepaalde groep horen
D
Een vaststaand beeld over een groep mensen

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het begrip:
ontslag op staande voet?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het begrip:
vakbond?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het begrip:
opzegtermijn?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het begrip:
arbeidsconflict?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het begrip:
positieve discriminatie?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies