Les 2 Geluid par 2

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
naskMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?


- Herhaling + nieuwe stof Geluid
- Opdrachten maken in je boek + werkblad


Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt berekeningen maken
Je kunt de drie factoren noemen die van invloed zijn op de hoogte van de toon die een snaar maakt.
 Je kunt uitleggen wat de frequentie is van een trilling.
Je kunt het verband uitleggen tussen de frequentie en de toonhoogte.
 Je kunt in een oscilloscoopbeeld bepalen wat de tijd is van één trilling.
Je kunt het frequentiebereik benoemen van het menselijk gehoor.
 Je weet dat een verdubbeling van de frequentie betekent dat de toon een octaaf hoger is. 

Slide 3 - Tekstslide

H: Afstand van onweer berekenen

Ik zie een flits en hoor 1,5 seconden later de donder. Hoe ver is het onweer van mij vandaan?

Snelheid van geluid
Snelheid van geluid in lucht is 340 m/s (= 1225 km/h)

Slide 4 - Tekstslide

Afstand van onweer berekenen
Ik zie een flits en hoor 1,5 seconden later de donder. Hoe ver is het onweer van mij vandaan?

Formule
Afstand = Snelheid x tijd. 
Gegevens
  • 1,5 seconden (=Tijd)
  • 340 m/s (=Snelheid

Sommetje
Afstand = Snelheid x tijd. 
Afstand = 340 x 1,5 
Antwoord
510 Meter

Slide 5 - Tekstslide

Opdrachten blad
  • Maak opdracht 7 & 8 op het opdrachtenblad
  • 5 minuten

Slide 6 - Tekstslide

Wanneer je iets zegt over een geluid dan spreek je vaak over de toonhoogte. 
Hoge toon
Pieptoon
Lage toon
Brommend geluid
Tussen hoog en laag
Zoemend geluid

Slide 7 - Tekstslide

Geluidsinstrumenten met snaren. 
Toonhoogte hangt van 3 dingen af:
Dikte van een snaar
Wanneer een snaar dikker is is de toon lager, hoe dunner de snaar hoe hoger de toon.
De lengte van de snaar
Hoe korter de snaar, hoe hoger de toon.
Hoe strak de snaar is gespannend
Hoe meer spanning op de snaar (strak gespannen) hoe hoger de toon

Slide 8 - Tekstslide

Instrumenten stemmen
- Het stemmen = de juiste spanning geven


Stemmen kun je doen met een stemvork

Slide 9 - Tekstslide

Hoe zit het met de frequentie?
De eenheid
De eenheid van frequentie is in hertz, Hz. 
Wat is frequentie?
Dit is het aantal trillingen per seconde.
Hoge toon
Hoe groter de frequentie hoe hoger de toon

Slide 10 - Tekstslide

Geluidsgolven en frequentie
Frequentie = aantal trillingen (golven) per seconde
Hoge toon = veel golven
Lage toon = weinig golven

Geluidssterkte = sterkte (volume) van het geluid
Hoge golf = hard geluid
Lage golf = zacht geluid

Slide 11 - Tekstslide

Oscilloscoop
De microfoon
De microfoon ‘vertaalt’ de drukverschillen van het geluid in elektrische trillingen.
De oscilloscoop
De oscilloscoop geeft deze trillingen vervolgens op het scherm weer.

Slide 12 - Tekstslide

Drie verschillende tonen. De breedte van het scherm is steeds 0,01 s.
Tijd berekenen van 1 trilling
Op de oscilloscoop zijn twee trillingen te zien.

De breedte van het scherm is 0,01 s.
Eén trilling duurt dus = 0,01 : 2 = 0,005s
 

Slide 13 - Tekstslide

Frequentiebereik
De mens
De meeste mensen van jouw leeftijd kunnen tonen tussen 20 en 20 000 Hz horen. Je zegt dat deze tonen binnen het frequentiebereik van je gehoor liggen

Slide 14 - Tekstslide

Opdrachten blad
  • Maak opdracht 11 t/m 16 op het opdrachtenblad


  • Maak Paragraaf 2 : Boek

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide