6.3 - Bevruchting

6.3 Bevruchting
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

6.3 Bevruchting

Slide 1 - Tekstslide

Bloem
Blad
Wortel
Stengel

Slide 2 - Sleepvraag

Stempel
Stijl
Kroonblad
Helmdraad
Kelkblad
Vruchtbeginsel

Slide 3 - Sleepvraag

Insectenbloem
Windbloem

Gekleurd kroonblad
Klein en groen kroonblad
Bloemen bevatten nectar en zijn geurig
Geen nectar
Meeldraden buiten de bloem
Meeldraden binnen de bloem
Stempel vaak in de bloem
Stempel is vaak buiten de bloem
Stempel heeft een geveerde vorm
stuifmeel is ruw en kleverig
Stuifmeel is licht en glad

Slide 4 - Sleepvraag

Welk onderdeel of welke onderdelen van de bloem trekken insecten aan?
1. Meeldraden
2. Kroonbladeren
3. Kelkbladeren
4. Nectar
A
1 en 2
B
2 en 3
C
2 en 4
D
3 en 4

Slide 5 - Quizvraag

Welke soort bestuiving vindt plaats tussen twee bloemen op dezelfde plant?
A
Zelfbestuiving
B
Kruisbestuiving
C
Geen bestuiving

Slide 6 - Quizvraag

Welke soort bestuiving vindt plaats tussen twee bloemen op een andere soort plant?
A
Zelfbestuiving
B
Kruisbestuiving
C
Geen bestuiving

Slide 7 - Quizvraag

Leerdoelen 6.3
  • Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten verloopt
  • Je kunt de veranderingen in het zaadbeginsel na bevruchting beschrijven

Slide 8 - Tekstslide

1 tot 8 :  succesvolle bestuiving of niet? 
Bij welke is er zelfbestuiving? 

Slide 9 - Tekstslide

Bestuiving: een experiment

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Resultaat

Slide 12 - Tekstslide

stuifmeelbuis
  • Als het stuifmeel (van juiste soort plant) op de stempel valt groeit hieruit een buis dit noem je de stuifmeelbuis

  • De stuifmeelbuis groeit door de stijl en vruchtbeginsel naar het zaadbeginsel. 

  • De stuifmeelkorrels hebben een celkern (met DNA). Deze celkern zit aan het topje van de stuifmeelbuis. 


- vruchtbeginsel

Slide 13 - Tekstslide

Bevruchting
  • Stuifmeelbuis barst open en celkern van de stuifmeelkorrel en de eicel versmelten
  • De bevruchte eicel heet nu een kiem ('nieuwe baby plant') 
  • Het zaadbeginsel wordt uiteindelijk een zaad, met daarin dus de kiem

Slide 14 - Tekstslide



Elk zaad bevat een kiem. 
 Als het zaad kiemt, groeit uit de kiem een kiemplantje.


    Wat is functie van zaadlobben?*

Slide 15 - Tekstslide

Zet in de goede volgorde
-->
Stuifmeelkorrel komt vrij
Bevruchting
Kiem (plant embryo) ontstaat)
Vruchtbeginsel
Bestuiving
Zaad wordt gevormd 
DNA bereikt zaadbeginsel
Stuifmeelbuis groeit

Slide 16 - Sleepvraag

Uit welk onderdeel van de bloem van een appelboom groeit een appel?
A
Zaadbeginsel
B
Stijl
C
Bloemkelk
D
Vruchtbeginsel

Slide 17 - Quizvraag

Na de bevruchting gaan de bevruchte eicel, het zaadbeginsel en het vruchtbeginsel groeien. 

1.Bevruchte eicel --> kiem. 
2. Zaadbeginsel --> zaad. 
3. Elk zaad bevat één kiem. 

Slide 18 - Tekstslide

6.3 aan de slag
Maken opdrachten 1 t/m 8
Leren afbeelding 1

Slide 19 - Tekstslide