CLASE 3H-JUEVES 25-4-24

3h-rutina diaria
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 34 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

3h-rutina diaria

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

BEGINTAAK -¿CÓMO SE DICE EN ESPAÑOL?

HET WEEKEND
NAAR DE BIOS GAAN
MET VRIENDEN UITGAAN
EEN MUSEUM BEZOEKEN
GAAN ETEN BIJ EEN RESTAURANT
SPORTEN
TERUGGAAN NAAR HUIS
VOETBAL SPELEN
HUISWERKMAKEN
STUDEREN


ESCRIBE LA TAREA, POR FAVOR.
timer
4:00

Slide 3 - Tekstslide

2024

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

OBJETIVOS (DOELEN)

Je kunt  in Spaans vertellen wat in de week doet.








SUCCESCRITERIA

Je kunt de kloktijd vragen en zeggen.

Je kent de structuur van de
regelmatige werkwoorden.

Je kent minimaal 3 onregelmatige werkwoorden.

Je weet wat een wederkerende werkwoord is.
Je hebt minimaal 2 teksten gelezen en de inhoudelijke vragen over de tekst beantwoorden.

Slide 6 - Tekstslide

LA HORA (de kloktijd)
¿CÓMO SE PREGUNTA Y CÓMO SE DICE LA HORA EN ESPAÑOL?

Slide 7 - Tekstslide

Son las ... 
Es la ... 
Es la ... 
Son las ...

Het is ... 

Slide 8 - Tekstslide

precies / exact
kwart over
half
kwart voor

Slide 9 - Tekstslide

y = en
menos= min
y= hele uur en minuten bij tellen
menos= je begint af te trekken van het hele uur dat het gaat worden

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

La hora (vrouwelijk)= het uur 
Vraag:
¿Qué hora es? (hoe laat is het)

Antwoord:
2- 12 uur : Son las dos, tres,...
1 uur : Es la una

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

PRACTICA - FOTOCOPIA

timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide

timer
5:00
KIJK NAAR DE PLAATJES EN LEES DE ZINNEN. SAMEN MET EEN KLASGENOOT ZET DE ACTIVITEITEN VAN DAVID OP VOLGORDE. ER ZIJN MEERDE MOGELIJKHEDEN.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

me lavo


te lavas


se lava


nos lavamos

os laváis

se lavan

Slide 21 - Tekstslide

stopwatch
00:00
TRABAJA

Slide 22 - Tekstslide

SE DUCHA
DESAYUNA
SE LEVANTA
VA
JUEGA
COME
SE VISTE
HACE
CENA
SE ACUESTA
TIENE
SE LAVA
DUCHARSE
DESAYUNAR
LEVANTARSE
COMER
CENAR
IR
LAVARSE
JUGAR
HACER
VESTIRSE
ACOSTARSE
TENER

Slide 23 - Tekstslide

QUIZLET
timer
10:00

Slide 24 - Tekstslide

PRÓXIMA CLASE

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

timer
4:00
ONDERSTREEP ALLE WERWOORDEN EN SCHRIJF DE INFINITIEF (HET NAAM VAN HET HELE WERKWOORD)

Slide 27 - Tekstslide

C.E. PG 30 EJ. 6

Slide 28 - Tekstslide

TAREA PARA CASA
HAZ DE LAS FOTOCOPIAS LOS EJERCICIOS 1, 2, 3, 4  (PAG 5-6)

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

TUSSENTAAK
¿CÓMO SE DICEN EN ESPAÑOL?

  1. WAT?
  2. WAAR?
  3. WANNEER?
  4. HOEVEEL?
  5. WAAROM?
  6. WIE?
  7. WELKE/WAT?

timer
3:00

Slide 33 - Tekstslide

¡A PRACTICAR!

Slide 34 - Tekstslide