Scheikunde mavo3 H3.2 Samenstelling en concentratie

Scheikunde mavo3
Hoofdstuk 3.2
Concentratie
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Scheikunde mavo3
Hoofdstuk 3.2
Concentratie

Slide 1 - Tekstslide

Gehalte en concentratie

Gehalte en concentratie is hetzelfde. 

De hoeveelheid stof in een mengsel. 

Slide 2 - Tekstslide

Formule
Concentratie bereken je door middel van de volgende formule:





Dit geef je dus weer in een breuk. 

concentratie=hoeveelheidmengselhoeveelheid(opgeloste)stof

Slide 3 - Tekstslide

concentratie berekenen
  • de concentratie is altijd een deel van de stof vergeleken met het geheel


  • of concentratie = deel/geheel
  • altijd in (m)g/L of afgeleide eeenheden daarvan
concentratie=hoeveelheidmengselhoeveelheid(opgeloste)stof

Slide 4 - Tekstslide

Volume percentage = altijd in procenten
  • het Volume percentage lijkt veel op het massa percentage. 
  • Vol. %: aantal mL stof per 100 mL mengsel 
  • volume-%
  • In wijn zit bijvoorbeeld 15 vol. % alcohol
  • dit betekent dat er 15 mL alcohol in 15 mL wijn zit
  •                                                                                         %

vol %. = 15  x 100% = 15 vol. % alcohol
               100
vol.percentage=vol.geheel(vol.deel)100

Slide 5 - Tekstslide

volume percentage
volumepercentage is
hoeveelheid vloeistof in 100 mL van een andere vloeistof
bijv.  In bier zit 5 vol.% alcohol
Dat betekent dat er 5 mL alcohol in 100 mL bier zit
Volume% = hoeveelheid stof  A / totale hoeveelheid stof x 100% 

Let op: Zet beiden eerst om naar dezelfde eenheden!!!!!!!

Slide 6 - Tekstslide

SOM over VOL. %
Ik heb een flesje bier met 5 vol. % alcohol.  
Hoeveel mL alcohol zit er in dit flesje van 300 mL? 

Slide 7 - Tekstslide

Vol. %: rekenvoorbeeld
Whisky bevat 43 volume-% alcohol. In een glas zit 25 mL whisky. 

Bereken hoeveel mL alcohol in het glas zit.

Slide 8 - Tekstslide

Vol. %: rekenvoorbeeld
Whisky bevat 43 volume-% alcohol. In een glas zit 25 mL whisky. 

Bereken hoeveel mL alcohol in het glas zit.
volume-% = deel/geheel x 100
deel = (volume-% x geheel) / 100
deel = (43 x 25) / 100 = 10,75 mL

Slide 9 - Tekstslide

Massa % rekenvoorbeeld
Als je een zakje met kruiden hebt, dat 120 gram weegt, en waarin 20 gram zout zit, wat is dan het percentage zout in het zakje?
Deel:geheel x100% = 20:120 x 100 = ??  %

Slide 10 - Tekstslide

Massa %: rekenopgave
Een pakje boter van 240 gram bevat 192 gram vet.

Bereken het massa-% vet in het pakje boter

Slide 11 - Tekstslide

Percentage rekenopgave
Een pakje boter van 240 gram bevat 192 gram vet.

Bereken het massa-% vet in het pakje boter
massa-% = deel/geheel x 100
massa-% = 192 / 240 x 100 = 80 massa-% vet

Slide 12 - Tekstslide

Welk van de volgende uitspraken over een mengsel is/zijn waar?
A
Een mengsel bestaat uit een soort molecuul
B
Een mengsel bestaat uit twee of meer soorten moleculen
C
Een mengsel heeft een kookpunt
D
Een mengsel heeft een kooktraject

Slide 13 - Quizvraag

750 mg paracetamol los je op in een glas water van 250 ml. wat is de concentratie in g/L?
A
0.33 g/L
B
0,003 g/L
C
0,03 g/L
D
3 g/L

Slide 14 - Quizvraag

André drinkt 4 glazen bier van 200ml.
Op de bierfles staat 8 vol. % alcohol.
Hoeveel alcohol heeft hij gedronken?
A
16 mL
B
32 mL
C
64 mL
D
160 mL

Slide 15 - Quizvraag

nabespreking
  • wat wordt bedoeld met de concentratie?
  • concentratie is hoeveelheid stof opgelost in een vloeistof (g/L)
  • wat wordt bedoeld met massa percentage?
  • (massa deel / massa geheel) x 100%
  • wat wordt bedoeld met volumepercentage?
  • (volume deel / volume geheel) x 100%



Slide 16 - Tekstslide

Demo verdunnen
Reageerbuis 1 bevat 10 mL onverdunde limonade.
Reageerbuis 2 bevat 1 mL van deze onverdunde limonade + 9 mL water. 

Wat kun je zeggen over de concentratie limo in buis 2?

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Oplosbaarheid
Oplosbaarheid = aantal gram van een stof maximaal in 1 L vloeistof kan oplossen

Slide 19 - Tekstslide

Oplosbaarheid rekenopgave
Bij 20°C lost 52,3 gram zout op in 154 mL water

Bereken de oplosbaarheid van zout in g/L

Slide 20 - Tekstslide

Oplosbaarheid rekenvoorbeeld
De oplosbaarheid van suiker in water  is 1600 g/L.

Bereken hoeveel gram oplost in 150 mL water
oplosbaarheid = massa / volume
massa = oplosbaarheid x volume
massa = 1600 x 0,150 = 240 gram

Slide 21 - Tekstslide

Percentages
Volumepercentage: aantal mL stof per 100 mL mengsel
volume-%
Massapercentage: aantal gram stof per 100 g mengsel
massa-%

Slide 22 - Tekstslide

Oplosbaarheid rekenopgave
Bij 20°C lost 52,3 gram zout op in 154 mL water

Bereken de oplosbaarheid van zout in g/L (1 decimaal)
oplosbaarheid = massa / volume
oplosbaarheid = 52,3 / 0,154 = 339,6 g/L

Slide 23 - Tekstslide

Oplosbaarheid Rekenvoorbeeld:
De oplosbaarheid van suiker in water  is 1600 g/L.  
 
Bereken hoeveel gram oplost in 150 mL water

Slide 24 - Tekstslide

Percentage
  • Een maat voor de concentratie van een stof in een mengsel.

Soms wordt de concentratie niet aangegeven in mg/L, maar met een percentage.


Slide 25 - Tekstslide

Huiswerk H3.2 
Maken opdracht 1 t/m 8 + 10

Slide 26 - Tekstslide