Repetitie H3 paragraaf 1 2 3 4 5
Wat is de betekenis van het volgende begrip?
Frontale neerslag
Frontale neerslag
A
Neerslag dat ontstaat wanneer koude en warme lucht botsen
B
Neerslag, temperatuur en wind
C
Neerslag die ontstaat als lucht tegen een berg botst
D
Regen die ontstaat wanneer warme lucht gaat stijgen.
1 / 18
Onderdelen in deze les
Wat is de betekenis van het volgende begrip?
Frontale neerslag
Frontale neerslag
A
Neerslag dat ontstaat wanneer koude en warme lucht botsen
B
Neerslag, temperatuur en wind
C
Neerslag die ontstaat als lucht tegen een berg botst
D
Regen die ontstaat wanneer warme lucht gaat stijgen.
Slide 1 - Quizvraag
Wat is de betekenis van het volgende begrip?
Waterkringloop
Waterkringloop
A
Neerslag, temperatuur en wind
B
Hoe het water op aarde als het ware rondloopt in een kring
C
Neerslag die ontstaat als lucht tegen een berg botst
D
De luchtlaag om de aarde
Slide 2 - Quizvraag
Wat is de betekenis van het volgende begrip?
Aflandige wind
Aflandige wind
A
Wind die van het land naar de zee waait
B
Wind die van de zee naar het land waait
C
Zeewind
D
De luchtlaag om de aarde
Slide 3 - Quizvraag
Hoe noemen we de afstand van een plaats tot aan de evenaar?
A
De meridiaan breedte
B
De lengtegraad
C
De lage breedte
D
De breedtegraad
Slide 4 - Quizvraag
Bekijk figuur 1. Bij welke letter komt een woestijnklimaat voor en bij welke een Poolklimaat?
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Tekstslide
Kies de juiste uitleg van het volgende klimaat:
Tropisch klimaat
Tropisch klimaat
A
Hier is de grond altijd bevroren en bedekt met sneeuw
B
Kale rotsen, zandduinen en een enkele boom
C
Vooral dennen en sparren
D
Dichte bossen met enorm veel planten en bomen
Slide 7 - Quizvraag
Kies de juiste uitleg van het volgende klimaat:
Woestijnklimaat
Woestijnklimaat
A
Hier is de grond altijd bevoren en bedekt met sneeuw
B
Kale rotsen en zandduinen
C
Vooral dennen en sparren
D
Dichte bossen met enorm veel planten en bomen
Slide 8 - Quizvraag
Kies de juiste uitleg van het volgende klimaat:
Poolklimaat
Poolklimaat
A
Hier is de grond altijd bevroren en bedekt met sneeuw
B
Kale rotsen en zandduinen
C
Vooral dennen en sparren
D
Dichte bossen met enorm veel planten en bomen
Slide 9 - Quizvraag
Hoe kan het zijn dat het in de zomer, kouder is in Amsterdam dan in Berlijn?
Slide 10 - Open vraag
Bekijk figuur 1:
Bij welke letter vallen de zonnestralen het meest schuin op de aarde?
Bij welke letter vallen de zonnestralen het meest schuin op de aarde?
Slide 11 - Open vraag
Waarom is het gematigd klimaat gunstig voor de landbouw?
Slide 12 - Open vraag
Juist of onjuist:
"Waterdamp kan je zien"
"Waterdamp kan je zien"
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quizvraag
Juist of onjuist?
"Warme lucht stijgt op"
"Warme lucht stijgt op"
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quizvraag
Juist of onjuist:
"Bij condensatie ontstaan wolken"
"Bij condensatie ontstaan wolken"
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quizvraag
Hoe weet je dat je van het Savanne klimaat over gaat naar het woestijn klimaat. (waaraan kan je dat zien?)
Slide 16 - Open vraag
Welke 2 dingen heb je nodig om seizoenen te krijgen
Slide 17 - Open vraag
Welk seizoen heeft Nederland op het plaatje?
