Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Beta
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
3.1 en 3.2 herhaling
H 3.1 en 3.2 Weer en klimaat
1 / 31
volgende
Slide 1:
Tekstslide
aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
In deze les zitten
31 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
H 3.1 en 3.2 Weer en klimaat
Slide 1 - Tekstslide
Bij welke zin gaat het over 'het weer'?
A
In Almere schijnt de zon, maar in Valkenswaard regent het.
B
De laatste jaren valt de regen steeds in de vorm van heftige buien.
C
In Turkije heb je 's zomers altijd grote kans op droog, warm en zonnig weer.
D
In Nederland is de gemiddelde temperatuur een graad gestegen.
Slide 2 - Quizvraag
Wat versta je onder het weer?
A
De toestand van de lucht op een bepaalde plaats op een bepaald tijdstip.
B
Het gemiddelde weer berekend over een korte periode.
C
De toestand van de lucht als je let op de temperatuur.
D
Het gemiddelde weer berekend over een lange periode.
Slide 3 - Quizvraag
Loofboomgordel
Rotsgordel
Eeuwige sneeuw
Alpenweide
Naaldboomgordel
Slide 4 - Sleepvraag
Sleep de namen van de 8 klimaten naar de juiste plek:
landklimaat
tropisch regenwoud
savanneklimaat
gematigd zeeklimaat
steppeklimaat
toendraklimaat
poolklimaat
woestijnklimaat
Slide 5 - Sleepvraag
Klimaten op lage breedte
Klimaten op hoge breedte
Zeeklimaat
Toendraklimaat
Slide 6 - Sleepvraag
woestijn klimaat
t
ropisch klimaat
savanne klimaat
steppe klimaat
Het hele jaar bijna geen regen, geen bomen
Een droge en een regen-seizoen
Bijna elke dag regen, bossen
Hier groeien geen bomen
Slide 7 - Sleepvraag
Op de afbeelding zie je de Amsterdamse grachten.
Hoe noemen we de afstand van Amsterdam tot de evenaar?
A
de meridiaanbreedte
B
de geografische lengte
C
de geografische breedte
D
de lage breedte
Slide 8 - Quizvraag
Noem drie kenmerken van het tropisch regenwoud
Slide 9 - Open vraag
Zeeklimaat
Landklimaat
Toendra
Poolklimaat
Matige winters, zachte zomers, genoeg regen.
Temperatuur alleen maar 3-4 maanden boven nul. Bevroren grond.
Het hele jaar door erg koud. Er groeit niets. IJs en sneeuw.
Strenge winters, warme zomers, minder neerslag.
Slide 10 - Sleepvraag
Wat is een breedtecirkel?
A
Een ander woord voor de evenaar
B
Een cirkel tussen de Noordpool en de Zuidpool
C
Een halve cirkel tussen de Noordpool en de Zuidpool
D
Een cirkel evenwijdig aan de evenaar
Slide 11 - Quizvraag
Door welke twee factoren wordt de temperatuur vooral bepaald?
A
Door de lengteligging en de hoogteligging
B
Door de breedteligging en de hoogteligging.
C
Door de lengteligging en de breedteligging
D
Door de breedteligging en de globale ligging.
Slide 12 - Quizvraag
woestijn klimaat
t
ropisch klimaat
savanne klimaat
steppe klimaat
Het hele jaar bijna geen regen, geen bomen
Een droge en een regen-seizoen
Bijna elke dag regen, bossen
Hier groeien geen bomen
Slide 13 - Sleepvraag
Als je vanaf de evenaar in de richting van de Noordpool of de Zuidpool gaat, wordt het steeds kouder. Waardoor wordt dit veroorzaakt?
A
Doordat de aarde precies in 1 jaar om de zon draait en schuin staat.
B
Doordat de zonnestralen in de richting van de Noordpool en de Zuidpool steeds schuiner invallen.
C
Doordat de aarde in 24 uur om haar eigen as draait.
D
Doordat de polen veel hoger liggen dan de evenaar.
Slide 14 - Quizvraag
Stelling I: Hoe schuiner de zonnestralen invallen, hoe lager de temperatuur.
Stelling II: Hoe hoger je komt, hoe kouder het wordt.
A
Alleen stelling I is juist
B
Alleen stelling II is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stelling zijn onjuist
Slide 15 - Quizvraag
In welke klimaatzones kunnen geen bomen groeien? (4)
Slide 16 - Open vraag
Beoordeel de stelling.
Stelling I: Hoe schuiner de zonnestralen invallen, hoe lager de temperatuur.
Stelling II: Hoe hoger je komt, hoe kouder het wordt.
A
Alleen stelling I is juist
B
Alleen stelling II is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stelling zijn onjuist
Slide 17 - Quizvraag
Bekijk de afbeelding.
Wat ontstaat er door de draaiing van de aarde om de zon?
A
Winden
B
Neerslag
C
Seizoen (jaargetijden)
D
Dag en nacht
Slide 18 - Quizvraag
Zeeklimaat
Landklimaat
Toendra
Poolklimaat
Matige winters, zachte zomers, genoeg regen.
Temperatuur alleen maar 3-4 maanden boven nul. Bevroren grond.
Het hele jaar door erg koud. Er groeit niets. IJs en sneeuw.
Strenge winters, warme zomers, minder neerslag.
Slide 19 - Sleepvraag
Waardoor is een zeeklimaat gunstig voor de landbouw?
A
De temperaturen zijn niet te hoog of te laag, maar er valt onvoldoende neerslag.
B
De temperaturen zijn in de zomer hoog en er valt veel neerslag.
C
De temperaturen zijn niet te hoog of te laag en er valt voldoende neerslag.
D
De temperaturen zijn in de zomer laag, en er valt weinig neerslag.
Slide 20 - Quizvraag
Welke zin gaat over het klimaat (en dus NIET over het weer)?
A
Vandaag was het 25 graden, maar vannacht wordt het maar 5 graden.
B
Terwijl het in Overijssel vandaag wel 30 graden werd, kwam het kwik in Zeeland niet verder dan 18 graden.
C
Gisteren viel er in Leeuwarden wel 30 mm neerslag, terwijl het in Rotterdam droog bleef.
D
Op de Waddeneilanden is het meestal koeler dan in Brabant.
Slide 21 - Quizvraag
Noordpool
Zuidpool
Slide 22 - Sleepvraag
Welke uitspraak is juist?
A
Hoe hoger de breedtegraad, hoe warmer het is.
B
Hoe verder van de evenaar, hoe kouder het wordt.
C
Hoe kleiner de invalshoek van de zon, hoe warmer het is.
D
Hoe kleiner de invalshoek van de zon, hoe dichter bij de evenaar.
Slide 23 - Quizvraag
Hoe kun je verklaren dat er op de polen (= noordpool en zuidpool) altijd ijs ligt?
A
Hoe hoger je komt, hoe kouder het wordt op aarde.
B
De zonnestralen vallen schuin in.
C
Op de polen schijnt maar heel weinig de zon.
D
Er komen veel gletsjers samen op de polen.
Slide 24 - Quizvraag
woestijn klimaat
t
ropisch klimaat
savanne klimaat
steppe klimaat
Het hele jaar bijna geen regen, geen bomen
Een droge en een regen-seizoen
Bijna elke dag regen, bossen
Hier groeien geen bomen
Slide 25 - Sleepvraag
Tropen
Savanne
Woestijn
Zeeklimaat
Poolklimaat
Toendra
Slide 26 - Sleepvraag
Tropen
Woestijn
Zeeklimaat
Landklimaat
Poolklimaat
Slide 27 - Sleepvraag
Bekijk de afbeelding en let goed op de zonnestralen.
Welk jaargetijde is het in Nederland in figuur A en welk
jaargetijde is het in figuur B?
A
bij A is het winter en bij B is het zomer
B
bij A is het herfst en bij B is het lente
C
bij A is het zomer en bij B is het winter
D
bij A is het lente en bij B is het herfst
Slide 28 - Quizvraag
Welke klimaatgrafiek is van een zeeklimaat?
A
Grafiek 1
B
Grafiek 2
C
Grafiek 3
D
Grafiek 4
Slide 29 - Quizvraag
Welke klimaten kom je achtereenvolgens tegen wanneer je vanaf de evenaar van zuid naar noord reist?
A
Tropisch regenklimaat- Steppe- Savanne -Woestijn
B
Tropisch regenklimaat- Savanne- Woestijn- Steppe
C
Woestijn-Steppe-Savanne- Tropisch regenklimaat
D
Tropisch regenklimaat- Savanne- Steppe- Woestijnklimaat
Slide 30 - Quizvraag
Tropen
Savanne
Woestijn
Zeeklimaat
Poolklimaat
Toendra
Slide 31 - Sleepvraag
Meer lessen zoals deze
WO - Klimaten
October 2022
- Les met
16 slides
Aardrijkskunde
Basisschool
Groep 8
1e klas hoofdstuk 2: Tropisch + droog klimaat
May 2022
- Les met
32 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Klimaat en weer De rank groep 6
April 2024
- Les met
24 slides
Aardrijkskunde
Basisschool
Groep 8
Hoofdstuk 3 Klimaat
April 2022
- Les met
34 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
3.1 Klimaten wereldwijd
April 2023
- Les met
49 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Weer, klimaat en klimaatzones
March 2024
- Les met
24 slides
Aardrijkskunde
Basisschool
Groep 8
P4 Klimaatsysteem van Köppen
February 2022
- Les met
28 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
H3 Klimaat - par. 2,3, en 4 - herhaling
March 2021
- Les met
36 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1