6. De macht van de media

6 De macht van de media
Wat gaan we doen? 
 Uitleg H6, dat duurt wel even...
Aan de bak met H6
Afmaken wat nog niet af is. (Ook van eerdere lessen)
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmboLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

6 De macht van de media
Wat gaan we doen? 
 Uitleg H6, dat duurt wel even...
Aan de bak met H6
Afmaken wat nog niet af is. (Ook van eerdere lessen)

Slide 1 - Tekstslide

Examenstof:
Op je examen moet je de vier beïnvloedingstheorieën kennen.   

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdvragen:
  • Welke beïnvloedingstheorieën zijn er? 
  • Welke discussies worden gevoerd over de media
Begrippen:
  • manipulatie & indoctrinatie
  • injectienaald theorie
  • selectieve perceptie
  • agenda theorie

Slide 3 - Tekstslide

Beïnvloedingstheorieën 
Hoe groot is de invloed van media en hoe denkt de wetenschap over deze invloed? 

Vier theorieën: 
1. Injectienaaldtheorie
2. Framingtheorie
3. Theorie van selectieve perceptie
4. Agendatheorie


Slide 4 - Tekstslide

  1. Injectienaaldtheorie
'Druppel voor druppel' spuit de massamedia ons vol met ideeën
Het publiek neemt hun boodschap over.

  • Manipulatie = het geven van vervormde informatie, zoals het weglaten van feiten zonder dat het publiek dit merkt. 
  • Indoctrinatie = systematisch en voortdurend opdringen van bepaalde  opvattingen en meningen aan het publiek. 

Slide 5 - Tekstslide

Manipulatie 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Indoctrinatie
Systematisch en voortdurend opdringen van bepaalde opvattingen en meningen aan het publiek.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

2. Framingtheorie
De media kunnen een onderwerp, bewust of onbewust, op een bepaalde manier framen

Hierdoor kan de manier waarop de ontvangers gaan nadenken en praten over het onderwerp gestuurd worden.

Denk aan: 'Een tsunami van vluchtelingen'  of de 'Gascrisis' 


Aantekening voor het examen

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

3. Theorie van Selectieve Perceptie
Deze Theorie gaat niet over de macht van de media, maar van de mediagebruikers.  De gebruikers van media bepalen hoe zij een keuze maken uit de aangeboden informatie en werken dus als een soort filter, dat sommige informatie wel of niet doorlaat.  

Alleen de informatie die interessant gevonden wordt, wordt gekeken. 

Voorbeeld: Rokers zappen weg bij een programma over een rookverbod.  Coronaontkenners kijken niet naar programma's waar uitleg over corona is die niet past... 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Agendatheorie
De media bepaalt niet WAT we denken, maar WAAROVER we denken. 
  • Ook op de politieke agenda hebben de media invloed:  De politici horen, zien en lezen dingen waar ze iets aan willen veranderen. 
We praten bijvoorbeeld over het draagvlak voor de lockdown,  de eindexamens, de terrassen openen en de boetes , maar de media bepaalt niet WAT we hierover denken. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Koppel de juiste beschrijving (links) aan de juiste theorie (rechts).
Je kan de antwoorden slepen.
Injectienaaldtheorie
Theorie van de selectieve perceptie
Framingtheorie
Agendatheorie
Theorie die laat zien dat de media weinig invloed hebben op de manier waarop mensen denken, maar veel invloed op de onderwerpen waarover we denken.
Theorie die  laat zien dat de media veel directe invloed hebben op het doen en laten van mensen.
Theorie die laat zien dat de media bewust en onbewust mensen op een bepaalde manier ergens naar laten kijken.
Theorie die laat zien dat de media alleen invloed hebben op datgene wat mensen willen horen of zien.

Slide 17 - Sleepvraag

Slide 18 - Video