Lezen 3.3 betogende tekst

Ga lezen in je boek
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ga lezen in je boek

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
  • 3.3 Lezen: wat is een betogende tekst?

  • Aan de slag! Maken: opdrachten 

  • Check lesdoel


Lesdoelen: 

  • aan het eind van de les weet je wat een betogende tekst is;
  • aan het eind van de les kun je argumenten, tegenargumenten en weerleggingen herkennen.

Slide 2 - Tekstslide

Betogende tekst
  • Een schrijver geeft zijn mening (standpunt) en verdedigt die met een argument.
  • De schrijver wil de lezer overtuigen (= tekstdoel) dat zijn mening juist is.
  • Tekstvormen: ingezonden brief, recensie, klachtenbrief

Slide 3 - Tekstslide

Betogende tekst
Argumenten
  • Argument = informatie waarmee de schrijver de lezer wil overtuigen van zijn gelijk.
  • Feit of mening zijn.


Tegenargument
  • Argument van iemand met een andere mening over het onderwerp.
  • Schrijver kan dit tegenargument weerleggen: hij vertelt waarom dat
tegenargument niet beter is dan zijn argument.

Slide 4 - Tekstslide

Betogende tekst
  • Tekstopbouw = (meestal) driedeling

  1. Inleiding: schrijver noemt het onderwerp en geeft zijn mening daarover.
  2. Kern: schrijver geeft argumenten voor zijn mening.
  3. Slot: schrijver trekt een conclusie of vat het belangrijkste nog eens samen.


  • Hoofdgedachte: mening van de schrijver + belangrijkste argument.

Slide 5 - Tekstslide

Betogende tekst

Slide 6 - Tekstslide

Een stelling (standpunt) is een bewering die je doet over iets. 




  • De middelbare school begint pas om 11.00 uur.
  • Magister moet niet zichtbaar zijn voor ouders.
  • Alle leerlingen moeten na hun examen verplicht een tussenjaar nemen.
  • Proefwerken moeten worden afgeschaft.
  • Mobieltjes moeten worden verboden op school.
  • Vanaf 14 jaar moet je stemrecht hebben.
  • Vuurwerk moet verboden worden.
Wat gaan we doen?

  1. Pak een gekleurd strookje papier.

Slide 7 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

  1. Lees de stelling voor
  2. Bedenk en noteer op je strookje datgene wat bij jouw kleur hoort
  3. Overleg in je groepje de uitkomsten
  4. Verbeter en vul aan waar nodig 
  5. Klassikaal bespreken
Argument 1
Argument 2
Tegen-
argument
Weerlegging tegenargument
timer
5:00

Slide 8 - Tekstslide

Lesplanning
  • Terugblik 3.2 en 3.5

  • 3.3 Lezen: wat is een betogende tekst?

  • Maken van 3.3: opdrachten 3 t/m 7, blz. 170-173





Lesdoel: 

  • aan het eind van de les weet je wat een betogende tekst is;
  • aan het eind van de les kun je argumenten, tegenargumenten en weerleggingen herkennen.

Slide 9 - Tekstslide

Lesplanning
  • Terugblik
  • 3.3 Lezen: wat is een betogende tekst?
  • Aan de slag! Maken: opdrachten 3 t/m 7, blz. 170-173

  • Noteer op een post-it het antwoord op de vraag: 
Wat is een betogende tekst?

  • Volgende les: 
Maken van 3.3: opdrachten 3 t/m 7, 10, 12 t/m 16, blz. 170-178


Lesdoel: 
  • aan het eind van de les weet je wat een betogende tekst is;
  • aan het eind van de les kun je argumenten, tegenargumenten en weerleggingen herkennen.

Slide 10 - Tekstslide

Ga lezen in je boek

Slide 11 - Tekstslide

Lesplanning
  • Terugblik 
  • Maken van 3.3: opdrachten 3 t/m 7, 10, 12 t/m 16, blz. 170-178
  • Klaar? Start 3.5: 4, 6, 7, 8, 14, 15 en 16, blz. 189 t/m 196






Lesdoel: 
  • aan het eind van de les weet je wat een betogende tekst is;
  • aan het eind van de les kun je argumenten, tegenargumenten en weerleggingen herkennen.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide