H4.8 bijwoord (les 1)

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Welkom!

Leg alvast klaar:

• je etui
  
• je leerwerkboek op pagina 54.
  
• je iPad (dicht)

Planning

• huiswerk bespreken
• uitleg 4.8 nieuwe woordsoort
• werkmoment
• afsluiten van de les

Huiswerk nakijken

Van 4.7 maak je in je leerwerkboek opdracht 7a en 9 a en b.

Waarover heb je vragen?

Al nagekeken? Lees theorie op pagina 59.

4.8 Leerdoelen

• Bijwoorden benoemen.

• Verschil weten tussen bijwoord en bijvoeglijk naamwoord.

Woordsoorten: Je benoemt het woord apart.

                                psv    zww        lw       zn       bijwoord (bw)

Bijvoeglijk naamwoord

Het bijvoeglijk naamwoord voegt iets bij aan het zelfstandig naamwoord:

De auto - De grijze auto - De kleine, grijze auto - De kleine, vieze, grijze auto- De kleine, vieze, oude, grijze auto

Waar zegt het bijwoord iets over?

pagina 59

Bijwoord zegt iets over:

• Misschien doe ik het. (bw zegt iets over de hele zin)
• Dat vind ik een bijzonder mooie film. (bw zegt iets over het bn mooie)
• Ze zaten allemaal buiten. (bw zegt iets over het werkwoord zaten)
• Dat vind ik een heel erg mooie film. (bw zegt iets over het bw erg)

Een bijwoord is een woord dat bijvoorbeeld een tijd of plaats aangeeft, 

of zegt hoe, hoe vaak of hoeveel iets gebeurt.

Let op!

Welk(e), wat, wie, wat voor (een) = vragende voornaamwoord

Andere vraagwoorden zijn bijwoorden.

Wanneer, waarom, waarheen, hoe, waarmee

Categorie bijwoord?

ook, misschien, gelukkig, helaas

Werkmoment

• Maak van 4.8: 1, 6 en 8 in je leerwerkboek en schrift.

Woordsoorten vergeten?

• Kijk achterin je boek bij het overzicht
• Kijk de LessonUp woordsoorten na.

Afsluiting

• Vrijdag mediatheek pas mee
• Huiswerk is voor dinsdag af.