H6 India

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

6.1 Subcontinent India 

Subcontinent 

India

Subcontinent 

India

www.pangea.ca

Grote gletsjerrivieren 

(Indus & Ganges)

Rivieren zorgen voor vruchtbare grond (riviervlakten en kustvlakten)

De bevolking

Hoge Bevolkingsdichtheid

Platteland           Megasteden

2/3 woont op het platteland, 1/3 woont in de stad.

Er is een hoog urbanisatietempo, veel mensen verhuizen naar de stad. 

Inkomen en verstedelijking

Keerzijde van de groei

Maken Opdracht 1 t/m 6 paragraaf 1

De bevolking

Ganges rivier 

Een divers 

subcontinent

1,4 miljard inwoners

(1400 miljoen)

lingua franca: Engels

Waarom één land?

Deel van het 

Britse rijk 

Exploitatiekolonie

Onafhankelijk in 1947 

India werd een federatie: Een land met één centrale regering met daarnaast in elke deelstaat een eigen regering.

Wat is de grootste godsdienst in India?

1. Christendom
2. Hindoeïsme
3. Boeddhisme
4. Islam

Geloof

Kastenstelsel

Veel sociale ongelijkheid

P2. Ontwikkeling in India

- Je weet waarom India in de toekomst een belangrijke afzetmarkt is

- Je begrijpt waarom India een aantrekkelijke vestigingsplaats is voor buitenlandse bedrijven en welke rol de SEZ's daarin vervullen

Multinationale ondernemingen (MNO)

multinationals

India is interessant geworden voor MNO's. Waarom?

• lage lonen
  
• veel werknemers 
• laag geschoold werk
• overheid maakt aantrekkelijk. 

Speciaal Economische Zone's

- Buitenlandse bedrijven mogen hier

   vestigen

- Lage belastingen, goedkope grond,

   weinig milieuwetten 

- Dichtbij havens, luchthavens 

♢ Landbouw   x Industrie   • Diensten

Veel mensen in India werken

in de dienstensector

(voornamelijk de IT-sector,

veel in call centra)

Waarom?

Veranderend/ verouderd model

Leerdoel 1:  Je weet waarom India in de toekomst een belangrijke afzetmarkt is

Er is door de ontwikkeling een grote afzetmarkt in India zelf ontstaan 

Maken opdrachten paragraaf 2

H2: Schatkist aarde

§2: Het dagboek van de aarde

Uitleg

Door gesteenten en fossielen te bestuderen leren we meer over de geschiedenis van de aarde:

• Fossielen
• Gesteenten

Sedimentgesteenten

Gesteenten (zand en klei) worden laag voor laag afgezet. De onderste laag is het oudst, de bovenste laag het jongst. Na miljoenen jaren zijn de lagen weggezakt en tot sedimentgesteente samengeperst.

Stollingsgesteenten

Stollingsgesteenten zijn gevormd door vulkanische activiteit. Graniet is ontstaan door ondergronds gestold magma. Wanneer je graniet tegenkomt weet je dat er ooit een vulkaan heeft gestaan.

Metamorf gesteenten

Metamorf gesteente is een sediment- of stollingsgesteente dat onder invloed van temperatuur en druk is veranderd. Vb: kalksteen veranderd in marmer.

Sedimentgesteente

Bestaat uit lagen                           Vaak met fossielen van zeedieren

Kalksteen: gesteente dat ontstaat door het samenpersen van de kalkhoudende resten (botten) van zeedieren 

Steenkool in India

Stollingsgesteente: gesteente dat ontstaat door het afkoelen van magma

Dit gesteente is keihard, 

graniet bijvoorbeeld

India zit vol met Delfstoffen uit stollingsgesteente.

Veel gesteente met ijzer, chroom, bauxiet (aluminium)

Metamorf gesteente: Gesteente dat door hoge druk en hoge temperatuur veranderde.

Kalksteen

Marmer

Maken opdrachten paragraaf 3 hoofdstuk 6