In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Communicatie
Verbaal en non- verbale communicatie.
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het eind van deze les weet je wat verbale en non-verbale communicatie is
Slide 2 - Tekstslide
Verbale
&
non-verbale
communicatie
Wat is het verschil ??
Slide 3 - Tekstslide
Verbale en non-verbale communicatie
Het mondeling doorgeven van informatie of een boodschap heet verbale communicatie.
Non-verbale communicatie is alle communicatie die niet loopt via woorden of taal.
Slide 4 - Tekstslide
Verbale communicatie
Verbale communicatie kent 2 kenmerken
namelijk:
Stemgebruik
Taalgebruik
Slide 5 - Tekstslide
6 kenmerken van non-verbale communicatie
1. Lichaamshouding
2. Oogcontact
3. Gebaren en mimiek
4. Beweging
5. Kleding
6. Klank van je stem
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Verbaal en non-verbaal
Een boodschap dragen we niet alleen uit in woorden.
Zorg dat de verbale en non-verbale boodschap met elkaar overeenkomen!
Slide 8 - Tekstslide
Een knipoog
Het doorgeven van informatie gaat dus niet alleen
met woorden.
Je kan een knipoog gebruiken om aan te geven of je iemand leuk vindt.
non-verbale communicatie = lichaamstaal
Slide 9 - Tekstslide
Welke communicatie is het belangrijkste?
verbaal of non verbaal?
Slide 10 - Tekstslide
Verbaal of non-verbaal?
Slide 11 - Tekstslide
Waar of niet waar?
Tijdens een gesprek gebruik je ALTIJD
verbale en non-verbale communicatie
Slide 12 - Tekstslide
Welke houding is niet goed?
A
B
C
D
Slide 13 - Quizvraag
Een knipoog is een voorbeeld van
A
verbale communicatie
B
non-verbale communicatie
Slide 14 - Quizvraag
iemand de hand schudden is een voorbeeld van
A
verbale communicatie
B
non-verbale communicatie
Slide 15 - Quizvraag
Hoe kun je praten met je lichaam?
Het grootste mannetje in een groep gorilla's heet een zilverrug. Deze man is de baas. Daar heeft hij geen woorden voor nodig, dat laat hij met zijn lichaamshouding zien.
Slide 16 - Tekstslide
Als je luistert, dan let je op wat iemand zegt. Je luistert naar de verbale uitdrukking. Maar je kijkt ook naar de houding van de spreker, de nonverbale uitdrukking en alles wat de spreker niet zegt, maar wel doet en bedoelt.
Verbaal = wat je zegt
Non-verbaal= hoe je het zegt
Communicatie: Verbaal en non-verbaal
Slide 17 - Tekstslide
0
Slide 18 - Video
De 5 basisemoties
Slide 19 - Tekstslide
lichaamstaal en indruk
Als je iemand voor het eerst ziet heb je al een beeld van hoe iemand is.
Dat beeld maak je door het uiterlijk dat iemand heeft.
De kleding, de haren , bril, etc.
Kijk maar naar het volgende filmpje.
Slide 20 - Tekstslide
welke (basis) emoties kennen we?
Slide 21 - Woordweb
de 5 B's
Blij: Gevoel van vreugde, geluk en tevredenheid.
Boos: Gevoel van woede, ergernis of frustratie.
Bang: Gevoel van angst, vrees of ongerustheid.
Bedroefd: Gevoel van verdriet, droefheid of somberheid.
Beschaamd: Gevoel van schaamte, schuld of ongemak.
Slide 22 - Tekstslide
welke emotie zie je hier?
Slide 23 - Tekstslide
welke emotie zie je hier?
Slide 24 - Tekstslide
welke emotie zie je hier?
Slide 25 - Tekstslide
welke emotie zie je hier?
Slide 26 - Tekstslide
Wat is lichaamstaal?
A
Veel vertellen door te praten
B
Weinig vertellen met veel emotie
C
Vertellen hoe je je voelt door te praten en te luisteren
D
Vertellen hoe je je voelt, zonder te praten
Slide 27 - Quizvraag
Non-verbale communicatie is:
A
Spreken en luisteren
B
Alleen via je lichaamstaal communiceren
C
Spreken en je lichaamstaal gebruiken
Slide 28 - Quizvraag
wat kun je beter niet doen bij een belangrijk gesprek