Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Beta
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Media oefentoets
Maatschappijleer kansklas
Hoofdstuk 2: Media
1 / 25
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3
In deze les zitten
25 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Maatschappijleer kansklas
Hoofdstuk 2: Media
Slide 1 - Tekstslide
Communicatie
A
is het middel waarmee de informatie wordt verstuurd.
B
is de persoon die de informatie ontvangt.
C
is de persoon die de informatie verstuurt.
D
is het doorgeven van informatie.
Slide 2 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van lichaamstaal?
A
Knipoog
B
appje sturen
C
journaal
D
krant
Slide 3 - Quizvraag
Is hier sprake van communicatie?
A
Ja
B
Nee
Slide 4 - Quizvraag
Wat is geen voorbeeld van online grensoverschrijdend gedrag?
A
trollen
B
clickbate
C
ongevraagd foto's plaatsen
D
netiquette
Slide 5 - Quizvraag
Wat wordt er bedoeld met persvrijheid
A
de vrijheid van journalisten om zonder toestemming nieuws berichten te mogen maken
B
journalisten mogen alle nieuwsberichten publiceren in overleg met hun baas.
Slide 6 - Quizvraag
Wat is nieuwe media?
A
TV
B
Krant
C
radio
D
Social media
Slide 7 - Quizvraag
Zender
Ontvanger
Boodschap
Medium
Slide 8 - Sleepvraag
Hoe kan je ruis in de communicatie
voorkomen?
A
Harder gaan praten
B
Moeilijke woorden gebruiken
C
Afgeleid zijn
D
Door antwoorden samen te vatten
Slide 9 - Quizvraag
Als mensen in de communicatie elkaar verkeerd begrijpen komt dat door
A
Ruis
B
Manipulatie
C
Indoctrinatie
D
Propaganda
Slide 10 - Quizvraag
Geef bij elke situatie aan of er sprake is van massacommunicatie.
Een sollicitatiebrief
De uitleg van een leraar Nederlands aan de klas.
Beeld in een museum
Een klacht aan de gemeente.
Wel
Wel
Niet
Niet
Slide 11 - Sleepvraag
Klasgenoot
Telefoon
Jij
Informatie
''Het eerste uur ben je vrij''
Dit is een voorbeeld van:
Persoonlijke communicatie
Massacommunicatie
Slide 12 - Sleepvraag
bedoeld of onbedoel een bepaalde boodschap op iemand anders overbrengen.
Een middel om informatie te versturen
de reactie van de omntvanger op de boodschap van de zender.
communicatie waarbij grote groepen mensen min of meer op hetzelfde moment een boodschap ontvangen.
media die zich met hun boodschap tot grote groepen mensen tegelijk richten
Als ontavanger kritisch zijn over de media.
Communicatie
Medium
Feedback
Massacommunicatie
Massamedia
Mediawijsheid
Slide 13 - Sleepvraag
Wat bedoelen we met mediasamenleving?
A
Een samenleving waarin media een centrale rol speelt
B
Een samenleving zonder media-invloed
C
Een samenleving met enkel traditionele media
D
Een samenleving zonder communicatiemiddelen
Slide 14 - Quizvraag
Sleep het goede gedrag naar de juiste socialisator.
Docent
Trainer
Social media
Ouders
Je steekt je vinger op als je iets wilt vragen.
Je meldt je van tevoren af voor een training.
Je laat het beste van jezelf zien.
Je bent op de afgesproken tijd thuis.
Slide 15 - Sleepvraag
Welke functie heeft het journaal?
A
Amuseren
B
Informeren
C
Reclame
D
Mening vormen
Slide 16 - Quizvraag
Welke functie heeft het Klokhuis
A
Informeren
B
Amuseren
C
Mening vormen
D
Reclame
Slide 17 - Quizvraag
Wat is een belangrijk kenmerk van massacommunicatie?
A
Het gaat om meerzijdige communicatie.
B
De informatie is voor iedereen bedoeld.
C
Een (medium) middel is niet noodzakelijk.
D
Het gaat om verbale communicatie.
Slide 18 - Quizvraag
………… en ………. zijn voorbeelden van massamedia.
Welke woorden zijn weggelaten?
A
Een appje; een verkeersbord.
B
Een dagboek; een tijdschrift.
C
Een krant; een verjaardagskaart.
D
Een flyer; een website.
Slide 19 - Quizvraag
Beeldvorming
A
is dat je je steeds een beeld vormt van iets of iemand en daar vaak een oordeel aan hangt
B
als je verstandig gebruik maakt van de media.
C
is de vrijheid van journalisten om berichten te kunnen maken zonder eerst toestemming te vragen.
D
is verzonnen informatie die verspreid wordt om mensen te beïnvloeden.
Slide 20 - Quizvraag
Publieke omroepen moeten volgens de Mediawet programma’s maken voor verschillende …………….
Welk woord is weggelaten?
A
doelgroepen.
B
adverteerders.
C
provincies.
D
bronnen
Slide 21 - Quizvraag
Commerciële omroepen hebben als doel om geld te verdienen. Een voorbeeld van een commerciële omroep is:
A
de VARA.
B
de KRO.
C
RTL.
D
de TROS.
Slide 22 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een publieke omroep?
A
Veronica.
B
BNN.
C
TLC.
D
SBS 6.
Slide 23 - Quizvraag
Er zijn commerciële omroepen en publieke omroepen. Wat is het belangrijkste verschil?
Publieke omroepen:
A
hebben als doel geld te verdienen.
B
krijgen al hun geld uit reclame-inkomsten.
C
ontvangen geld van de overheid.
D
zenden geen reclame uit.
Slide 24 - Quizvraag
Bij de tv heb je commerciële en publieke omroepen. Bij de radio heb je:
A
alleen commerciële omroepen.
B
ook commerciële en publieke omroepen.
C
alleen publieke omroepen.
D
geen commerciële en publieke omroepen.
Slide 25 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Media oefentoets
10 hours ago
- Les met
25 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3
Media oefentoets
April 2025
- Les met
24 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3
Media
September 2024
- Les met
30 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3
Media heel H2
29 days ago
- Les met
30 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3
Media
October 2024
- Les met
34 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3
herhalen MEDIA
October 2024
- Les met
29 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Media
September 2024
- Les met
28 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3
Formatieve toets 3B TW1 - Media H1-4
October 2021
- Les met
35 slides
Maatschappijkunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3