Les 5 C7 Spelling §10 - Voltooid deelwoord

Welkom
Pak je boek Nieuw Nederlands
timer
3:00
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Pak je boek Nieuw Nederlands
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

NN C7 Spelling §10 
Voltooid deelwoord

Slide 2 - Tekstslide

NN C7 Spelling §10 
Voltooid deelwoord
Lesdoel: Je leert het voltooid deelwoord spellen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

NN C7 Spelling §10 
Voltooid deelwoord
Als je wilt vertellen dat iets al gebeurd is, dan gebruik je een voltooid deelwoord (vd) in een zin.

Slide 5 - Tekstslide

NN C7 Spelling §10 
Voltooid deelwoord
Als je wilt vertellen dat iets al gebeurd is, dan gebruik je een voltooid deelwoord (vd) in een zin.
Voltooid betekent dat iets af is.

Slide 6 - Tekstslide

  • Gaya heeft geld gespaard voor de vakantie.
  • Mijn ouders zijn naar Frankrijk gefietst.
  • Tijn en Mitchell hebben zelf pizza’s gebakken.

In deze zinnen zijn gespaard, gefietst en gebakken een voltooid deelwoord.





Slide 7 - Tekstslide

Zo schrijf je het voltooid deelwoord

Slide 8 - Tekstslide

Zo schrijf je het voltooid deelwoord

  • Eindigt het voltooid deelwoord op een -t of een -d? Gebruik de verlengproef om de laatste letter te vinden.

Slide 9 - Tekstslide

Zo schrijf je het voltooid deelwoord

  • Eindigt het voltooid deelwoord op een -t of een -d? Gebruik de verlengproef om de laatste letter te vinden:
  • Gaya heeft gespaar…. Je hoort gespaarde, 

Slide 10 - Tekstslide

Zo schrijf je het voltooid deelwoord

  • Eindigt het voltooid deelwoord op een -t of een -d? Gebruik de verlengproef om de laatste letter te vinden:
  • Gaya heeft gespaar…. Je hoort gespaarde, dus je schrijft gespaard.

Slide 11 - Tekstslide

Zo schrijf je het voltooid deelwoord

  • Eindigt het voltooid deelwoord op een -t of een -d? Gebruik de verlengproef om de laatste letter te vinden:
  • Gaya heeft gespaar…. Je hoort gespaarde, dus je schrijft gespaard.
  • Mijn ouders hebben gefiets.... Je hoort gefietste

Slide 12 - Tekstslide

Zo schrijf je het voltooid deelwoord

  • Eindigt het voltooid deelwoord op een -t of een -d? Gebruik de verlengproef om de laatste letter te vinden:
  • Gaya heeft gespaar…. Je hoort gespaarde, dus je schrijft gespaard.
  • Mijn ouders hebben gefiets.... Je hoort gefietste, dus je schrijft gefietst.

Slide 13 - Tekstslide

Als je niet goed kunt horen of het -d of -t moet zijn, gebruik je ’t ex-fokschaap.

Slide 14 - Tekstslide

Als je niet goed kunt horen of het -d of -t moet zijn, gebruik je ’t ex-fokschaap.
- Neem daarvoor het hele werkwoord (sparen, reizen, fietsen, juichen).

Slide 15 - Tekstslide

Als je niet goed kunt horen of het -d of -t moet zijn, gebruik je ’t ex-fokschaap.
- Neem daarvoor het hele werkwoord (sparen, reizen, fietsen, juichen).
- Haal er -en van af (spar-, reiz-, fiets-, juich-).

Slide 16 - Tekstslide

Als je niet goed kunt horen of het -d of -t moet zijn, gebruik je ’t ex-fokschaap.
- Neem daarvoor het hele werkwoord (sparen, reizen, fietsen, juichen).
- Haal er -en van af (spar-, reiz-, fiets-, juich-).
- Als de laatste letter nu een t, x, f, k, s, ch of p is (een medeklinker uit ’t ex-fokschaap), dan eindig je het voltooid deelwoord met -t (gefietst; gejuicht).

Slide 17 - Tekstslide

Als je niet goed kunt horen of het -d of -t moet zijn, gebruik je ’t ex-fokschaap.
- Neem daarvoor het hele werkwoord (sparen, reizen, fietsen, juichen).
- Haal er -en van af (spar-, reiz-, fiets-, juich-).
- Als de laatste letter nu een t, x, f, k, s, ch of p is (een medeklinker uit ’t ex-fokschaap), dan eindig je het voltooid deelwoord met -t (gefietst; gejuicht).
Anders eindig je het voltooid deelwoord met -d (gespaard, gereisd).

Slide 18 - Tekstslide

Sommige voltooide deelwoorden eindigen op een -n: 
gebakken, gegeten, gezien, gegaan.

Kijk voor meer uitleg over ’t ex-fokschaap en andere regels voor (werkwoord)spelling naar het schema werkwoordspelling (p. 259)

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Mk. opdr. 1 t/m 4 (p. 230-231) 
in je boek

Slide 21 - Tekstslide