Koolstofchemie vwo 3

Naamgeving koolstofchemie deel 1
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Naamgeving koolstofchemie deel 1

Slide 1 - Tekstslide

Introductie
Blauwe vragen zijn "gewone" oefenvragen.
Paarse vragen zijn uitdagingen.

Slide 2 - Tekstslide

Naamgeving koolstofchemie
Stappenplan:
  1. Zoek en benoem de langste aaneengesloten koolstofketen. Dit is de stamnaam (hoofdketen).
  2. Zoek en benoem de zijgroepen
  3. Geef de zijgroepen plaatsnummers (tel vanaf kant met laagste plaatsnummer) en geef telwoorden (hoe vaak komt dezelfde groep voor).

Slide 3 - Tekstslide

Stamnaam
Een molecuul heeft altijd een hoofdketen.
Dit is de langst mogelijke rij koolstofatomen.
Het aantal koolstofatomen en de soort bindingen
bepaalt de stamnaam van het molecuul.

Slide 4 - Tekstslide

Alkanen
  • Naam = stam + aan (Polaris: tabel 2.15)
  • Algemene formule: CnH2n+2
  • Koolstofketen met alleen enkele bindingen tussen C-atomen.
  • Voorbeeld: methaan (meth = 1C, aan = enkele bindingen).

Slide 5 - Tekstslide

Alkenen
  • Naam = stam + een
  • Algemene formule: CnH2n (voor 1 dubbele binding)
  • Koolstofketen met een dubbele binding tussen C-atomen.
  • Voorbeeld: but-1-een (but = 4C, 1-een = dubbele binding op C1).
  • Tel de C-atomen in dit geval vanaf links:
                                              C1 komt eerder dan C3.

Slide 6 - Tekstslide

NAAMGEVING:

etheen

propeen
Bij buteen geef je met een nummer aan na welk koolstofatoom de dubbele binding komt:  
but-1-een

but-2-een
LET OP: 
De ouderwetse naam  (1-buteen) niet gebruiken! 
De juiste naam is: but-1-een.
LET OP: 
De ouderwetse naam die in het boek staat (2-buteen) niet gebruiken! 
De juiste naam is: but-2-een.

Slide 7 - Tekstslide

Geef de naam van het molecuul.
A
Ethaan
B
Propaan
C
Butaan
D
Pentaan

Slide 8 - Quizvraag

Geef de naam van het molecuul.
A
Penteen
B
Pent-1-een
C
Pent-2-een
D
Pent-3-een

Slide 9 - Quizvraag

Geef de systematische naam:

Slide 10 - Open vraag

opdracht: sleep de juiste naam bij de juiste structuur
propeen
ethaan
etheen
propaan

Slide 11 - Sleepvraag

Zijgroepen
  • In de hoofdketen van een koolwaterstof zitten alleen koolstofatomen en waterstofatomen.
  • Deze koolstofatomen moeten achter elkaar zitten, anders zijn ze geen onderdeel van de hoofdketen.
  • Alles dat niet in de hoofdketen zit is een zijgroep.
  • We bekijken alleen alkylgroepen
    (alcoholen, amines, halogenen en carbonzuren komen in het 4e jaar aan bod)

Slide 12 - Tekstslide

Alkylgroepen
  • Een koolstofketen als zijgroep noem je een alkylgroep.
  • Aantal C van zijgroep krijgt zelfde stamnaam als in hoofdketen, en eindigt op -yl.
  • Alkylgroep komt voor de naam van de hoofdketen.
  • Voorbeeld: (2-)methylbutaan.
  • In dit geval kun je het cijfer 2 weglaten, omdat de 
methylgroep alleen op C2 kan zitten.

Slide 13 - Tekstslide

Meerdere dezelfde alkylgroepen
  • Bij meerdere dezelfde alkylgroepen gebruik je telwoorden (di, tri etc.).
  • Elke zijgroep krijgt een eigen nummer.
  • Voorbeeld: 2,3-dimethylpentaan.

Slide 14 - Tekstslide

Meerdere verschillende alkylgroepen
  • Bij verschillende zijgroepen geef je de namen van de zijgroepen op alfabetische volgorde (negeer hierbij telwoorden).
  • Elke zijgroep krijgt een eigen nummer.
  • Voorbeeld: 3-ethyl-2-methylpentaan.

Slide 15 - Tekstslide

Meerdere vertakking in het molecuul?
we gebruiken di-, tri-, etc om meer dan één vertakking aan te geven.
de locaties moeten steeds worden aangegeven.
  1. tel aantal C in de langste keten: 4 dus but-
  2. dubbele binding: nee: butaan
  3. vertakking? ja twee keer een methyl, dus dimethyl
  4. op welke lokatie? 2e en 3e C
  5. naam is: 2,3-dimethylbutaan

Slide 16 - Tekstslide

Naamgeving koolstofchemie (herh.)
Stappenplan:
  1. Zoek en benoem de langste aaneengesloten koolstofketen. Dit is de stamnaam (hoofdketen).
  2. Zoek en benoem de zijgroepen
  3. Geef de zijgroepen plaatsnummers (tel vanaf kant met laagste plaatsnummer) en geef telwoorden (hoe vaak komt dezelfde groep voor)
Tussen 2 getallen zet je ALTIJD een komma.
Tussen een getal en een komma zet je ALTIJD een streepje (-)

Slide 17 - Tekstslide


Geef de naam van deze structuurformule

Slide 18 - Tekstslide

  1. stam = langste koolstofketen = 9 C atomen lang (non-)
  2. 2x ethyl = diethyl, 3x methyl = trimethyl
  3. locaties, hou laagste nummering aan
  4. 3,3-5,6,7 < 3,4-5,7,7
  5. dan op alfabetische volgorde zetten: 3,7-diethyl-3,5,6-trimethylnonaan 

1
2
3
4
5
6
7
8
9
hoek om
de langste keten van C's gaat de hoek om, in totaal 9 C's

Slide 19 - Tekstslide

Hoe geef ik aan deze stof een naam?

Slide 20 - Tekstslide

Vertakking in het molecuul?
  1. tel aantal C in de langste keten: 4 dus but-
  2. dubbele binding: nee: butaan
  3. zijgroepen? ja, een vertakking met 1 C: methyl
  4. op welke locatie? 2e C
  5. naam is: 2-methylbutaan

De methylgroep kan alleen maar op het 2e C-atoom, dus gewoon methylbutaan

Slide 21 - Tekstslide

Hoe geef ik aan deze stof een naam?

Slide 22 - Tekstslide

Vertakking in het molecuul?
  1. tel aantal C in de langste keten: 5 dus pent-
  2. dubbele binding: nee: pentaan
  3. zijgroepen? ja, een vertakking met 1 C: methyl
  4. op welke locatie? 2e C
  5. naam is: 2-methylpentaan


Slide 23 - Tekstslide

Welke naam heeft
deze verbinding?
A
methylbutaan
B
methylbuteen
C
methylbut-2-een
D
methylbut-1-een

Slide 24 - Quizvraag

Geef de naam van het molecuul.

Slide 25 - Open vraag

Geef de juiste systematische naam

Slide 26 - Open vraag

Geef de juiste systematische naam

Slide 27 - Open vraag

Isomeren
  • Isomeren hebben dezelfde molecuulformule,
    maar een andere structuurformule.
  • Verschillende structuurformule = andere stofeigenschappen.
  • Niet verwarren met isotopen!
  • Vb: butaan en methylpropaan (C4H10).

Slide 28 - Tekstslide

Teken 3 isomeren van C5H10.

Slide 29 - Open vraag

Cyclo-alkanen
  • Naam = cyclo + stam + aan 
  • Algemene formule: CnH2n
  • Koolstofketen met alleen enkele bindingen tussen C-atomen. 
  • C-atomen vormen een ring.
  • Voorbeeld: cyclobutaan (but = 4C)

Slide 30 - Tekstslide

Wat is een goede naam voor dit molecuul?
A
Pentanol
B
Cyclopentaan
C
Cyclohexaan
D
Cyclopentanol

Slide 31 - Quizvraag

Hoe heet dit molecuul?
A
cyclohexaan
B
cyclohex-1-een
C
waterstofhexaan
D
hexaan

Slide 32 - Quizvraag

Cyclo-alkenen
  • Naam = cyclo + stam + een 
  • Algemene formule: CnH2n-2
  • Koolstofketen met een dubbele binding
    tussen 2 C-atomen. 
  • C-atomen vormen een ring.
  • Voorbeeld: cyclobuteen (but = 4C)
En niet cyclobut-1-een!
De dubbele binding zit altijd op positie 1 in een ring, dus dat hoef je niet op te schrijven!

Slide 33 - Tekstslide

Wat is de juiste naam voor dit molecuul?
A
cycloetheen
B
cyclopropeen
C
cycloprop-1-een

Slide 34 - Quizvraag

Wat is de juiste naam voor dit molecuul?
A
cycloetheen
B
cyclohexeen
C
cyclopenteen

Slide 35 - Quizvraag

Zijgroepen op ringen
  • Precies zoals bij niet-ringen/rechte ketens.
  • [Stamnaam zijgroep] + "yl" + "cyclo"+ [stamnaam ring] + "aan"
  • Voorbeeld: methylcyclopropaan


Slide 36 - Tekstslide

Geef de naam van dit molecuul
A
ethylcyclopentaan
B
cycloheptaan
C
methylcyclohexaan
D
cyclohexeen

Slide 37 - Quizvraag

Teken de structuur van methylcyclopropaan

Slide 38 - Open vraag

Teken de structuur van
1,1,3,3-tetramethylcyclobutaan

Slide 39 - Open vraag

Dat was het!
Deze Lessonup zal nog ge-update worden de komende tijd.
Als je nog een leuk idee voor een opdracht hebt, of er is iets niet helemaal duidelijk, laat het dan weten!

Slide 40 - Tekstslide