Woorden en zinnen Hfst 3,4 en 5 Na Klar!
1 / 21
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
sich verletzen
A
zich verlaten
B
zich verzetten
C
zich verwonden
Slide 2 - Quizvraag
verwöhnt
A
verwend
B
verwenst
C
verwaaid
Slide 3 - Quizvraag
Ich bleibe zu Hause, ....
es schneit.
es schneit.
A
dann
B
umdass
C
denn
D
wegen
Slide 4 - Quizvraag
Es regnet, .... gehe ich zu ihr.
A
trotzdem
B
sondern
C
dann
Slide 5 - Quizvraag
inspannend
A
auswendig
B
anstrengend
C
bestimmt
Slide 6 - Quizvraag
de voeding
A
die Erzählung
B
die Ernährung
C
die erzählung
D
die ernährung
Slide 7 - Quizvraag
bislang
A
zolang
B
telang
C
tot nu toe
D
hier langs
Slide 8 - Quizvraag
allerdings
A
echter
B
alle dingen
C
allerlei
Slide 9 - Quizvraag
schlimm
A
slim
B
slijm
C
erg
Slide 10 - Quizvraag
der Zweck
A
de zin
B
het doel
C
de reden
Slide 11 - Quizvraag
laten zien
A
lassen sehen
B
zeignen
C
sehen lassen
D
zeigen
Slide 12 - Quizvraag
de uitdaging
A
die Herausforderung
B
die Ausdägung
C
die Überschrift
Slide 13 - Quizvraag
Op 23 mei ben ik jarig.
Slide 14 - Open vraag
Ich bin fast ferig mit den Hausaufgaben.
Slide 15 - Open vraag
Sie kann sogar Deutsch reden.
Slide 16 - Open vraag
Ich mache zuerst ein Praktikum.
Slide 17 - Open vraag
Ik verkoop mijn stripverzameling.
Slide 18 - Open vraag
Das wirst du schaffen!
A
redden
B
schaften
C
dragen
Slide 19 - Quizvraag
Dieses Bauprojekt ist umstritten.
A
Dit bouwproject is omlijnd
B
Dit bouwproject is omstreden
C
Dit bouwproject is afgebakend
Slide 20 - Quizvraag
Ich trinke keine Milch, ....(maar) Wasser.
A
aber
B
weil
C
sondern
