V2 Thema 6 BS 6.3

Ecologie
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Ecologie

Slide 1 - Tekstslide

vragen over BS 6.2?
herhaling stikstofcyclus
Vraag 4 in je werkboek

Slide 2 - Tekstslide

Thema 6 ecologie BS 3 Samenleven
 begrippen
optimale omstandigheden
populatiegrootte, biologisch evenwicht 
klimaat, optimumkromme
concurrentie/samenwerking
rangorde/territorium/paarvorming
niche/symbiose/mutualisme/commensalisme/parasitisme
parasiet/gastheer

Slide 3 - Tekstslide

populatie

Slide 4 - Woordweb

Populatie
populatie is een groep individuen  in een bepaald (leef)gebied.


Slide 5 - Tekstslide

Populatiegrootte

Slide 6 - Tekstslide

Populatie grootte
Biologisch evenwicht
Optimumkromme

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Populatiegrootte

Optimale omstandigheden: kans op groei van de populatie

als alle abiotische (zoals bodemgesteldheid en klimaat)

en biotische factoren optimaal (zoals voedsel) zijn

Ongunstige omstandigheden: afname van de populatie



Slide 9 - Tekstslide

Wanneer spreken we van een biologisch evenwicht?
A
Als de populatiegrootte altijd hetzelfde is
B
Als de populatie groot is
C
Als de populatiegrootte rond een gelijke waarde schommelt
D
Als de dieren in een populatie even zwaar zijn

Slide 10 - Quizvraag

Voorbeeld: optimale omstandigheden
Het diagram geeft de optimumkromme voor een organisme
Bij de ideale temperatuur is de kans op overleven en voortplanten het grootst

Slide 11 - Tekstslide

Klimaat
licht, temperatuur, lucht(wind) en water (neerslag) vormen samen het klimaat

elk organisme kan maar een bepaalde klimaat overleven

Slide 12 - Tekstslide

Er zijn een aantal woorden weggehaald uit deze optimumkromme, plaats de juiste woorden op de juiste plek
temp
overlevingskans
optimum
maximum
biotisch
minimum

Slide 13 - Sleepvraag

optimale omstandigheden
wanneer alle bio en abio factoren in een ecosysteem de meest gunstige waarden hebben=
grootste kans op groei populatie

Slide 14 - Tekstslide

wat hebben soorten nodig om te (over) leven?

Slide 15 - Woordweb

Slide 16 - Video

Niche
= plaats/rol/functie/beroep die soort binnen een ecosysteem inneemt in het geheel van relaties in dat ecosysteem,
deze wordt beïnvloed door omgeving (hoeveel concurrenten, hoeveel eten er is, aanpassing aan de abiotische factoren)

Vb: De niche van veldmuizen is de voedselbron voor uilen en hun functie als planten- en zadeneters.

Slide 17 - Tekstslide

6.3 symbiose
Je kunt uitleggen hoe soorten afhankelijk zijn van elkaar. 

korte aantekening 




Slide 18 - Tekstslide

samenleven
soorten kunnen in een populatie samenleven; zoals een populatie wolven.
Verschillende soorten kunnen ook samenleven, hier is een ander woord voor = symbiose

symbiose kan op verschillende manieren. Onthoud de termen door eigen voorbeelden te verzinnen.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Oxpecker op een gazelle

Slide 21 - Tekstslide

zeepokken op een walvis

Slide 22 - Tekstslide

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 23 - Quizvraag

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 24 - Quizvraag

Zoek een plaatje van mutualisme. Hoe zo is dit mutualisme?

Slide 25 - Open vraag

huiswerk voor vrijdag
maken opdrachten 1 t/m 9 van 6.3

Vandaag nog op tijd om vragen te stellen over milieu-opdracht. 
zie classroom voor het inleveren van de opdracht.
 

Slide 26 - Tekstslide