Havo 3 Hoofdstuk 1 Materialen en stoffen

Hoofdstuk 1 Materialen en stoffen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1 Materialen en stoffen

Slide 1 - Tekstslide

Welke scheidingsmethode wordt hier afgebeeld?
A
bezinken
B
filtreren
C
indampen
D
destilleren

Slide 2 - Quizvraag

welke scheidingsmethode is dit?
A
Adsorberen
B
indampen
C
Bezinken + afschenken
D
filtreren

Slide 3 - Quizvraag

Filtreren gebruik je om een … van een … te scheiden
A
gas - vaste stof
B
Vaste stof - vloeistof
C
vloeistof - gas
D
opgeloste stof - vloeistof

Slide 4 - Quizvraag

De massa = 30 g
Het volume = 5 cm3
Wat is de dichtheid?
A
5 x 30 = 150 g/cm3
B
5 : 30 = 0,17 g/cm3
C
30 : 5 = 6 g/cm3

Slide 5 - Quizvraag

Koperdraad is buigzaam
A
Macro-niveau
B
Micro-niveau

Slide 6 - Quizvraag

Verklaar het verschil tussen warm en koud water met het deeltjesmodel
A
Moleculen bewegen sneller in koud water
B
Moleculen bewegen sneller in warm water

Slide 7 - Quizvraag

Sleep de faseovergang naar het juiste nummer in de afbeelding
condenseren
sublimeren
smelten
stollen
rijpen
verdampen

Slide 8 - Sleepvraag

Sleep de woorden en figuren naar de juiste plek.
kookpunt
smeltpunt

Slide 9 - Sleepvraag

Emulsie
Suspensie
Oplossing

Slide 10 - Sleepvraag

Zuivere stof of mengsel?
mengsel
zuivere stof
zuivere boslucht
zeewater
gedestilleerd water
coca-cola
zuurstof
kristalsuiker

Slide 11 - Sleepvraag

gasaansluiting
gasregelknop
luchtring
schoorsteen

Slide 12 - Sleepvraag

Suspensie
Residu
Filtraat

Slide 13 - Sleepvraag

Sleep de juiste letter, naar de juiste fase.

vast
vloeibaar
gas
s
l
g

Slide 14 - Sleepvraag

Verbind de begrippen met het juiste plaatje.
Dichtheid
Destilleren
Bezinken en afschenken
Kookpunt
Oplosbaarheid
Deeltjesgrote
Indampen
Extraheren
Filtreren

Slide 15 - Sleepvraag

filtraat
destillaat
residu
residu
koeler
suspensie

Slide 16 - Sleepvraag

Met het deeltjesmodel kun je de faseovergangen verklaren.

Wat is het belangrijkste verschil tussen de moleculen in een vloeistof en in een gas?

A
In een vloeistof hebben de moleculen een vaste plaats.
B
In een vloeistof zitten de moleculen dichter op elkaar
C
In een vloeistof zijn de moleculen groter.
D
In een vloeistof zijn de moleculen kleiner.

Slide 17 - Quizvraag