2.2 Rivieren van ijs

2.2 Rivieren van ijs
Je leert
1.  hoe een gletsjer bijdraagt aan de afbraak en de opbouw van het landschap
2. wat de kenmerken zijn van de bovenloop van de Rijn
3. hoe de waterval van Schaffhausen is ontstaan
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

2.2 Rivieren van ijs
Je leert
1.  hoe een gletsjer bijdraagt aan de afbraak en de opbouw van het landschap
2. wat de kenmerken zijn van de bovenloop van de Rijn
3. hoe de waterval van Schaffhausen is ontstaan

Slide 1 - Tekstslide

Kijkopdracht: Gletsjerbingo
We gaan naar een nieuwe rap van Graaf Geo over gletsjers kijken:

1. Noteer vier woorden die te maken hebben met gletsjers.
2. Vink deze woorden af als je ze hoort in de rap.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Welke vier woorden over gletsjers heb je gehoord in de rap?

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Video

Firnbekken 
Grote gletsjer
Grondmorene
Gletsjerrivier 
Kleine gletsjer
Middenmorene
Zijmorene

Slide 6 - Sleepvraag

Aan de slag
Hoe een gletsjer bijdraagt aan de afbraak en de opbouw van het landschap:
opdracht 4, 5bc, 6ab, 7

Slide 7 - Tekstslide

Watervallen
Je leert...
5. Wat de kenmerken zijn van de bovenloop van de Rijn.
6. Hoe de waterval van Schaffhausen is ontstaan.

Slide 8 - Tekstslide

5

Slide 9 - Video

01:53
In welk deel van de Rijn bevindt zich deze waterval?
A
Benedenloop
B
Middenloop
C
Bovenloop

Slide 10 - Quizvraag

02:23
Wat voor type rivier is de Rijn bij de oorsprong?
A
Regenrivier
B
Gletsjerrivier
C
Smeltwaterrivier
D
Gemengde rivier

Slide 11 - Quizvraag

02:48
In Nederland zijn in de Rijn waterkrachtcentrales te vinden. Doorgaans bij stuwen of dammen. Waarom daar?
Noteer oorzaak, gevolg en algemene regel

Slide 12 - Open vraag

03:11
De waterval bevindt zich op de overgang van hard naar zacht gesteente. Waarom is de erosie in de bovenloop zo sterk?
Oorzaak, gevolg en algemene regel

Slide 13 - Open vraag

03:34
Water dat vanuit gletsjers via rivieren naar zee stroomt valt onder de korte waterkringloop, want...

Slide 14 - Woordweb

Aan de slag
5. Wat de kenmerken zijn van de bovenloop van de Rijn.
6. Hoe de waterval van Schaffhausen is ontstaan:
2.2 opdracht 8, 9 en 10 (HW)

Slide 15 - Tekstslide

Verhang, meanderen, sedimentatie, delta
Je leert...
- waarom en hoe een rivier meandert;
- waardoor een delta ontstaat.

Slide 16 - Tekstslide

2

Slide 17 - Video

01:10
De Maas is 935 km lang en ontspringt op een hoogte van 1500 meter.

Wat is het verhang van de Maas?
A
935km/1.500m=1,6m/km
B
1.500m/935km=1,6km/m
C
1.500m/935km=1,6m/km
D
935km/1.500m=1,6km/m

Slide 18 - Quizvraag

02:30
Wat is waar?
A
Het verhang in de Rijn is het grootst in de benedenloop.
B
Verhang in de bovenloop is groter dan het verval.
C
Het verval in de benedenloop van de Rijn is lager dan het verhang.
D
Het verhang in de Rijn is overal gelijk aan het verval.

Slide 19 - Quizvraag

3

Slide 20 - Video

00:26
Welke algemene regel klopt?
A
Hoe lager de stroomsnelheid, hoe meer erosie.
B
Hoe lager de stroomsnelheid, hoe meer sedimentatie.
C
Hoe hoger de stroomsnelheid, hoe meer sedimentatie.
D
Hoe hoger de stroomsnelheid, hoe meer erosie.

Slide 21 - Quizvraag

02:05
Maak een screenshot uit Google Maps van de Rijn waarin je kunt zien dat deze rivier een andere loop heeft gehad.

Slide 22 - Open vraag

02:05

Slide 23 - Tekstslide

2

Slide 24 - Video

01:57
Toon aan dat er in delta's sedimentatie plaatsvindt.

Slide 25 - Open vraag

01:57

Slide 26 - Tekstslide

Beschrijf nu kort:
- waarom en hoe een rivier meandert
- waardoor een delta ontstaat

Slide 27 - Open vraag