Bergen naar de zee: herhaling par 1 t/m 3

Herhaling 
Paragraaf 1 t/m 3
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Herhaling 
Paragraaf 1 t/m 3

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

De aarde in beweging
  • Langs elkaar    
    (transform)
  • Naar elkaar toe
    (convergent)
  • Van elkaar af
    (divergent)

Slide 3 - Tekstslide

Endogene en Exogene Processen

Slide 4 - Tekstslide

Hoogste gebergte van Europa
Van zee naar berg
resten van planten en dieren stapelen zich op 
Bedekt door zand en steen
Sedimentgesteente

Slide 5 - Tekstslide

Erosie
Afslijten van gebergten

Slide 6 - Tekstslide

Verwering
Het uiteenvallen van gesteenten door het weer en platengroei

Slide 7 - Tekstslide

Verwering
Mechanische verwering                                    Chemische verwering

Slide 8 - Tekstslide

Vorige les
mechanische en chemische verwering 


Slide 9 - Tekstslide

Jong VS oud gebergte

Slide 10 - Tekstslide

Wat zijn endogene krachten?
A
Krachten van uit het heelal
B
Krachten van buiten de aardkorst
C
Krachten van binnenuit de aarde
D
Krachten van planten

Slide 11 - Quizvraag

Wat is geen endogene kracht
A
Aardbeving
B
Vulkanen
C
Convectiestromen
D
Verwering

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een exogene kracht?
A
Kracht van binnen uit de aarde
B
Kracht van buiten af de aarde

Slide 13 - Quizvraag

Wat is geen exogene kracht?
A
Erosie
B
Vulkanisme
C
Sedimentatie
D
Verwering

Slide 14 - Quizvraag

Mechanische verwering is verwering door....?
A
Hitte
B
Vorst
C
Druk
D
Hitte en druk

Slide 15 - Quizvraag

Verwering bestaat uit chemische verwering en mechanische verwering. Wat is er nodig voor chemische verwering?
A
Hoge temperaturen
B
Zure gassen in de lucht zoals CO2
C
Zacht gesteente
D
Harde wind

Slide 16 - Quizvraag

Paragraaf 2
Hoe draagt een gletsjer bij aan de afbraak en opbouw van een landschap?
Wat zijn de kenmerken van een bovenloop van de Rijn?
Hoe is de waterval van schaffhausen ontstaan?

Basisboek: IJstijden-Gletsjers

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

gletsjerpuin
  • vraag: weten we nog wat erosie is? 

Slide 19 - Tekstslide

Morenen

  • Gletsjerpuin rondom een gletsjer.

  • Zijmorenen
  • Grondmorenen
  • Eindmorenen

Slide 20 - Tekstslide

V-dal
U-dal

Slide 21 - Tekstslide

V-dal
U-dal

Slide 22 - Tekstslide

   v-dal             u-dal      

Slide 23 - Tekstslide

Firnbekken 
Grote gletsjer
Grondmorene
Gletsjerrivier 
Kleine gletsjer
Middenmorene
Zijmorene

Slide 24 - Sleepvraag

Wat is een gletsjer?
A
Grote sneeuw torens waarbij er veel mensen omkomen
B
een scheur in een berg met sneeuw
C
Een gat in het ijs, waar sneeuw op ligt
D
Grote ijspakketten in de bergen, die ontstaan door ophoping van sneeuw.

Slide 25 - Quizvraag

Hoe heet het gletsjerpuin dat onder een gletsjer ligt?

A
grondmorene
B
grondpuin
C
grondel
D
eindmorene

Slide 26 - Quizvraag

hoe noem je de plek waar het smeltwater van een gletsjer uit de gletsjer stroomt?
A
gletsjerpoort
B
gletsjertunnel
C
firnbekken
D
gletsjerrivier

Slide 27 - Quizvraag

Paragraaf 3
Op welke manier draagt een rivier bij aan de afbraak en opbouw van een landschap?
Waarom en hoe meandert een rivier?
Waardoor ontstaat een delta?
Basisboek: verval en verhang

Slide 28 - Tekstslide

Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
Bovenloop
Middenloop
benedenloop

Slide 29 - Tekstslide

Bovenloop
Middenloop
Benedenloop

Slide 30 - Tekstslide

verval = hoogteverschil tussen 2 plaatsen
verhang = verval per km
Verval en verhang

Slide 31 - Tekstslide

Meanders

Slide 32 - Tekstslide

Meanderen

Slide 33 - Tekstslide

Delta
Delta

Slide 34 - Tekstslide

Delta

Slide 35 - Tekstslide

Hier stroomt het water het hardst
A
Middenloop
B
Benedenloop
C
Bovenloop
D
Achterloop

Slide 36 - Quizvraag

Rivieren hebben Nederland opgebouwd door
A
verwering
B
erosie
C
sedimentatie

Slide 37 - Quizvraag

Hier vindt het meeste sedimentatie plaats
A
Middenloop
B
Benedenloop
C
Bovenloop
D
Achterloop

Slide 38 - Quizvraag

Erosie vindt plaats in
A
De binnenbocht van een rivier
B
De buitenbocht van een rivier
C
Aan het einde van het rivier
D
Bij de rotsen

Slide 39 - Quizvraag

Het slingeren van een rivier heet
A
Meanderen
B
Rivierslinger
C
Erosie
D
Sedimentatie

Slide 40 - Quizvraag

Een lager gelegen gedeelte tussen 2 hogere stukken heet een
A
Vlakte
B
Plateau
C
Horst
D
Slenk

Slide 41 - Quizvraag

Het einde van de Rijn, waar de rivier zee in stroomt, heet ook wel
A
De delta
B
De overloop
C
De einloop
D
Estuarium

Slide 42 - Quizvraag

Mensen willen graag in de Delta wonen omdat
A
Het daar gezellig is
B
Daar veel water is
C
Daar veel steden zijn
D
Het er vruchtbaar is

Slide 43 - Quizvraag

Vroeger woonde men graag aan de Middenloop van de Rijn, omdat
A
Daar de meeste handel werd gedreven
B
Ze daar het best met hun boot konden varen
C
Het daar het mooist is
D
Je daar goed kon vissen

Slide 44 - Quizvraag

Was dit een voorbeeld uit de bovenloop of benedenloop van de rivier?
A
Bovenloop
B
Benedenloop

Slide 45 - Quizvraag