Basisstof 2 De bloedsomloop

Neem je boek blz. 186 en laptop voor
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Neem je boek blz. 186 en laptop voor

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Thema 3 De bloedsomloop
3.1 Bloed
3.2 De bloedsomloop
3.3 Het hart
3.4 Uitscheiding
3.5 Het immuunsysteem
3.6 Gezond leven

Slide 3 - Tekstslide

10 minuten stil lezen
Lees zelfstandig de lesstof op blz. 189- 192 door
Klaar? Maak alvast opdracht 1 op blz. 193

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen basisstof 2 De bloedsomloop
- Je kunt drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
- Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen.
- Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Bloedvatenstelsel
Het bloedvatenstelsel bestaat uit het hart en alle bloedvaten

De weg die het bloed aflegt noemen we de bloedsomloop

Het bloed blijft in het lichaam dus we hebben een gesloten bloedsomloop

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Dubbele bloedsomloop
Als we een bloedcel volgen komt deze 2 keer door het hart.

Grote bloedsomloop: 1 keer van en naar alle organen 
Kleine bloedsomloop: 1 keer van en naar de longen 

Slide 9 - Tekstslide

Kleine bloedsomloop

Rechterharthelft – longen – linkerharthelft


Functie: zuurstof opnemen in het bloed en koolstofdioxide afgeven aan de lucht

Slide 10 - Tekstslide

Grote bloedsomloop

Linkerharthelft – rest van het lichaam – rechterharthelft

Functie: zuurstof en voedingsstoffen afgeven aan cellen en koolstofdioxide en andere afvalstoffen opnemen in het bloed



Slide 11 - Tekstslide

Drie type bloedvaten





1 ader                        2 haarvaten                 3 slagader

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slagaders
- Van het hart weg
- Hoge bloeddruk
- Dikke, stevige en elastische wand
- ‘Slag’ merkbaar (pols, hals)
- Dieper in het lichaam gelegen




Slide 14 - Tekstslide

Haarvaten
Haarvaten zitten tussen de slagaders en aders in.

- Wand van één cellaag dik
- Witte bloedcellen en vocht met zuurstof, voedingsstoffen en afvalstoffen (o.a. koolstofdioxide) kunnen door de wand



Slide 15 - Tekstslide

Aders
- Naar het hart toe
- Lage bloeddruk
- Dunne wand
- Geen ‘slag’ merkbaar
- Ondiep in het lichaam gelegen
- Kleppen verhinderen dat het bloed terugstroomt (vooral in armen en benen)

Slide 16 - Tekstslide

Haarvat
Slagader
Ader

Slide 17 - Sleepvraag


Bevatten slagaders zuurstofrijk bloed?
longslagader niet
A
ja
B
nee
C
bijna altijd

Slide 18 - Quizvraag

Slagaders
Haarvaten
Aders
Gespierde wand
1 cellaag dik
'Vervoert bloed naar het hart toe
Vervoert bloed 
van hart af
Heeft kleppen
Hier vindt gaswisseling plaats

Slide 19 - Sleepvraag


Je kunt je hartslag meten bij je pols.
Dit is een voorbeeld van een
A
aorta
B
slagader
C
ader
D
haarvat

Slide 20 - Quizvraag


In welke bloedvaten is
de bloeddruk laag?
A
In haarvaten en aders
B
alleen in aders
C
alleen in haarvaten
D
in slagaders

Slide 21 - Quizvraag

In welke bloedvaten worden stoffen in het bloed opgenomen en aan organen afgegeven?
A
aders
B
haarvaten
C
slagaders
D
de holle aders

Slide 22 - Quizvraag

Door welke bloedvaten stroomt het bloed vanuit je lichaam terug naar het hart?
A
Aders
B
Haarvaten
C
Slagaders
D
de aorta

Slide 23 - Quizvraag

Namen bloedvatenstelsel
Kleine bloedsomloop:
longslagaders – longaders
- Longslagaders: zuurstofarm
- Longaders: zuurstofrijk

Grote bloedsomloop:
- Slagaders: zuurstofrijk
- Aders: zuurstofarm

Slide 24 - Tekstslide

Poortader
Poortader: zuurstofarm bloed van darmkanaal naar lever

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag 
Maken opdrachten van 3.2 Bloedsomloop
Opdrachten 1 en 4 in je boek

Eerste 5 minuten stil, daarna fluisteren

Klaar? Maak de test jezelf 










Slide 26 - Tekstslide