Herhaling Th. 2 Voeding en Vertering - klas 2 vmbo- b
1 / 16
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Welke (6) voedingsstoffen ken je?
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Tekstslide
Welke delen van je gebit gebruik je om ergens een hap van te nemen?
A
Snijtand
B
Hoektand
C
Kies
D
Alle drie: snijtand, hoektand en kies
Slide 5 - Quizvraag
3. Is brood een dierlijk voedingsmiddel?
A
ja
B
nee
Slide 6 - Quizvraag
1. Is een ei een dierlijk voedingsmiddel?
A
ja
B
nee
Slide 7 - Quizvraag
Zijn vezels ook voedingsstoffen?
A
Ja, door vezels gaan je darmen goed werken
B
Ja, vezels zuiveren je bloed
C
Ja, door vezels gaan je darmen goed werken
D
Nee, je kunt ze niet opnemen in je bloed
Slide 8 - Quizvraag
Alle voedingsstoffen, deze heb je nodig om bijvoorbeeld nieuwe cellen te maken
Stoffen die je lichaam heeft opgeslagen om later te gebruiken
Deze stoffen heb je nodig om gezond te blijven.
Stoffen die energie kunnen leveren.
beschermende stof
bouwstof
brandstof
reservestof
Slide 9 - Sleepvraag
voedingsvezel
vetten
melk
koolhydraten
geen voedingsstof
voedingsstof
vitaminen
biefstuk
ei
mineralen
sla
eiwitten
water
brood
Slide 10 - Sleepvraag
Wat is een voorbeeld van een koolhydraat?
A
kalk
B
suiker
C
water
Slide 11 - Quizvraag
Hoe noem je de bewegingen die de darmen maken?
A
Darmbewegingen
B
Darmperistaltiek
C
Peristaltische bewegingen
D
Vertering
Slide 12 - Quizvraag
Welke 5 verteringsklieren zijn er?
Slide 13 - Open vraag
Welke verteringssap wordt in welke verteringsklier gemaakt?
Speekselklieren
Maagsapklieren
Lever
Darmsapklieren
Alvleesklier
Darmsap
Gal
Alvleessap
Speeksel
Maagsap
Slide 14 - Sleepvraag
Welk stofje in verteringssappen zorgt ervoor dat de vertering nog sneller gaat?
A
Vezels
B
Enzymen
C
Glucose
D
Zuur
