voltooide tijd regelmatig (hebben)
1 / 16
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
knippen
De kapper _____ mijn haar _____
De kapper _____ mijn haar _____
Slide 3 - Open vraag
typen
Jij ______ de brief _______
Jij ______ de brief _______
Slide 4 - Open vraag
trainen
De voetballers _____ gisteren _____
De voetballers _____ gisteren _____
Slide 5 - Open vraag
halen
Ik _____ de bus net _____
Ik _____ de bus net _____
Slide 6 - Open vraag
wonen
_____ jij in Amsterdam _______ ?
_____ jij in Amsterdam _______ ?
Slide 7 - Open vraag
wandelen
Samir _______ in de vakantie _________
Samir _______ in de vakantie _________
Slide 8 - Open vraag
spelen
De kinderen _______ buiten _________
De kinderen _______ buiten _________
Slide 9 - Open vraag
huilen
De baby ______ vannacht __________
De baby ______ vannacht __________
Slide 10 - Open vraag
tekenen
Agnes _____ een mooie bloem ______
Agnes _____ een mooie bloem ______
Slide 11 - Open vraag
huren
Mijn familie _______ een boot ________
Mijn familie _______ een boot ________
Slide 12 - Open vraag
smeren
Els _______ zalf op haar arm __________
Els _______ zalf op haar arm __________
Slide 13 - Open vraag
hoesten
Ik ________ vorige week veel _________
Ik ________ vorige week veel _________
Slide 14 - Open vraag
maken
Jij _____ de opdracht goed ________
Jij _____ de opdracht goed ________
Slide 15 - Open vraag
Hoe heb je deze lessonup gedaan?
Ik maak veel fouten, want ik begrijp het niet.
Het gaat al steeds beter!
Het gaat goed, ik begrijp het
Ik vind het makkelijk. Ik heb bijna alles goed.
