2 Voelen, Ruiken, Proeven

Voelen, Ruiken, Proeven
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Voelen, Ruiken, Proeven

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
  • eerste 10 minuten lezen en samenvatten 5.2 
  • leerdoelen
  • Voelen, ruiken, proeven
  • Ontstaan van Impulsen
  • Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Ik kan uitleggen hoe de huid, het reuk en het smaakzintuig zorgen voor een waarneming.

  • Ik kan de bouw en de functie van de huid beschrijven.
  • Ik kan benoemen hoe je verschillende geuren ruikt.
  • Ik kan benoemen hoe je verschillende smaken proeft.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ZINTUIG
IMPULSEN
PRIKKELS
A
B
C

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van je omgeving naar je zintuigen.
Van zintuigcellen naar je hersenen.
Prikkels
Impulsen

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste volgorde van een prikkel tot reactie?
1.
2.
3.
4.
5.
Prikkel komt bij zintuig terecht.
Zintuig zet prikkel om in impulsen. 
Impulsen worden via zenuwen naar hersenen vervoerd.
Een nieuw impuls wordt via de zenuwen naar een spier gestuurd.
Je reageert op de prikkel.

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huid
Hoornlaag slijt.

In de kiemlaag ontstaan nieuwe cellen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huid
Opperhuid
(Haarzakje en talgklier)
Lederhuid
(Zenuwen, Zweetklier, Spier, Bloedvaten)
Onderhuidse bindweefsel
(Vet)



Slide 8 - Tekstslide

De meeste dingen liggen in de lederhuid (bloedvaten, zweetklier, zenuwen, spier)
Behalve de haartjes en talgklieren. Deze zitten in de kiemlaag.
In welke laag zit een tattoo?
A
Opperhuid
B
Lederhuid
C
Onderhuids bindweefsel

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ruiken
Verschillende soorten geurstoffen.

Verschillende soorten typen reukzintuigcellen.

Past precies op elkaar (Specifiek!)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Proeven
Je proeft met je tong, maar ook met behulp van je reukzintuig

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kennis van Vroeger
Kennis van Nu

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Ontstaan van impuls
Impuls = een elektrisch signaaltje.
De prikkel moet sterk genoeg zijn om een impuls in gang te zetten. Het moet een drempelwaarde bereiken.
Voorbeeld van een prikkel die niet sterk genoeg is?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Impulsfrequentie
Hoe sterker de prikkel, hoe meer impulsen worden doorgegeven
De impulsfrequentie wordt groter.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Adequate prikkel/Gewenning
Adequate prikkel = Het type prikkel waarvoor het zintuig specifiek gevoelig voor is.
Voorbeeld?

Gewenning = Als een prikkel langer aanhoudt, worden er minder impulsen gemaakt. Je voelt/ziet/hoort/proeft/ruikt het niet meer (zo goed als eerst).
Voorbeeld?
Wat gebeurt er met de drempelwaarde bij gewenning?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  1.  §6.3 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

aan de slag
5.2 samenvatten 
begrippenlijst 
maken opdrachten 2.4.5.6.7

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies