Microvezel

Microvezel
Wat is het?
Hoe werkt het?
Hoe gebruik je het?
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Dienstverlening en zorgVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Microvezel
Wat is het?
Hoe werkt het?
Hoe gebruik je het?

Slide 1 - Tekstslide

Traditioneel schoonmaken
Wat is het? Dit is de manier van vroeger. Je gebruikt een emmer water en schoonmaakmiddelen (meestal uit een plastic fles). Het is een veel-water-methode.
Ook gebruik je: doekjes, sponsjes, emmers en 
borstels.
Schoonmaakmiddelen ruiken lekker en  daarom lijkt iets vaak schoon, ook als dat niet zo is.

Slide 2 - Tekstslide

Schoonmaken met microvezel
Wat is dit? Hierbij gebruiken we speciale microvezel materialen. Op deze manier maken wij op school het sanitair en interieur schoon.
Je gebruikt bij deze manier van schoonmaken weinig water        
(= klamvochtig). 
Je gebruikt GEEN schoonmaakmiddelen.

Je vraagt je nu natuurlijk af: 'Wordt iets dan wel schoon zonder schoonmaakmiddelen ?'

Slide 3 - Tekstslide

Waarom met microvezel iets wel schoon wordt zonder schoonmaakmiddelen:
1. Je maakt schoon door middel van BEWEGING
2. Een doek met microvezel bestaat uit veel héle kleine vezeldraadjes die op veel plaatsen gebroken zijn (=alleen te zien met een microscoop!)
3. Doordat de vezeldraadjes gebroken zijn ontstaan er 'scherpe' hoekjes
4. Scherpe hoekjes maken krassen in vuil
5. Stukjes vuil blijven aan de hoekjes kleven
6. Vuil plakt vast aan de microvezeldoek

Slide 4 - Tekstslide

Dus dáárom:
Best ingewikkeld hoe zo'n doekje dan precies werkt. 
Maar ik denk dat je nu begrijpt waarom het met microvezel anders werken is dan op de 'traditionele' manier.


Slide 5 - Tekstslide

Belangrijk om te weten:
- Je kunt een microvezeldoekje droog of klamvochtig gebruiken
- Op school gebruiken wij ROOD en BLAUW
- ROOD is voor sanitair.
- BLAUW is voor interieur.
- Je hebt geen emmer water nodig omdat je de doekjes voor het gebruik klamvochtig maakt

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Belangrijk!
Bij een examen wordt er goed gekeken of je het doekje op de juiste manier vouwt en dus regelmatig een schone 'kant' gebruikt. Dit is om te voorkomen dat je het vuil alleen maar verplaatst. Als je op de juiste manier vouwt dan kun je één doekje dus op 16 manieren gebruiken!

Slide 8 - Tekstslide

Algemene richtlijnen
In principe werken we altijd:

- van buiten naar binnen
- van hoog naar laag
-van schoon (minst vuil) naar vuil

Slide 9 - Tekstslide

Werk van buiten naar binnen
Je werkt altijd van buiten naar binnen. Dit betekent dat je werkt vanaf de randen en naar binnen werkt.

Voorbeeld: schoonmaken van tafel; maak vierkante vlakken en begin dus vanaf de rand. (docent doet het voor) dweilen van de vloer; altijd een vierkant vlak maken, werk naar de deur.  

Slide 10 - Tekstslide

Werk van boven naar beneden


Wanneer je gaat schoonmaken is de volgorde van werken erg belangrijk. De volgorde bepaald namelijk dat je werk niet opnieuw hoeft te doen.
Voorbeeld: je gaat een kast schoonmaken. Start bovenaan en werk naar beneden. Stel dat je beneden begint en later naar boven gaat, dan valt vuil op het schoon gemaakte werk. Dat is natuurlijk zonde! 




Slide 11 - Tekstslide

Werk van schoon naar vuil

Begin altijd met het poetsen bij de onderdelen die het minst vies zijn. Belangrijk dat je nadenkt over de hygiëne tijdens schoonmaken. Werk je in de verkeerde volgorde dan verspreid je juist bacteriën.
Voorbeeld: Maak je schoon op de badkamer dan begin je niet bij het toilet en daarna de wasbak.
 


Slide 12 - Tekstslide

Bij het gebruik van een microvezeldoekje gebruik je water en allesreiniger.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Het vuil blijft aan het microvezeldoekje kleven.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Voor sanitair gebruiken we de rode microvezeldoeken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Voor het interieur gebruiken we de rode microvezeldoeken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Als je de doek goed vouwt kun je hem op 20 manieren gebruiken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

We werken altijd van binnen naar buiten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

We werken altijd van hoog naar laag.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

We werken altijd van vuil naar schoon
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Je hebt bij het schoonmaken met microvezel een emmer nodig
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Je microvezeldoek is klamvochtig als je tafels gaat afnemen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Praktijk
Nu gaan we de kantine schoonmaken op de manier die we net geleerd hebben.

Slide 23 - Tekstslide