1. Voedselrelaties

Welkom vandaag 
Planning
  • Vragen?
  • Herhalen theorie vorige keer:
  • Toelichting nieuwe theorie                                                             Voedselkringloop
  • Is de toelichting duidelijk geweest? TEST
  • Aan het werk

M4 bestaat uit
- Voedselkringloop
- Waterkringloop
- Stroomkring
- Rekenen met het metriekstelsel

Proefwerk 25 juni (week 26)

Nu week 21
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScienceMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom vandaag 
Planning
  • Vragen?
  • Herhalen theorie vorige keer:
  • Toelichting nieuwe theorie                                                             Voedselkringloop
  • Is de toelichting duidelijk geweest? TEST
  • Aan het werk

M4 bestaat uit
- Voedselkringloop
- Waterkringloop
- Stroomkring
- Rekenen met het metriekstelsel

Proefwerk 25 juni (week 26)

Nu week 21

Slide 1 - Tekstslide

Aan het eind van de les weet je...
...hoe een plant eet
...wat voor groepen dieren er zijn (op basis van voedsel)
...wat een voedselrelatie is
...hoe je voedselrelaties kan opschrijven
...hoe aantallen organismen te maken hebben met voedselrelaties

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen (herhaling)
Je weet (weer)
Welke stoffen bij fotosynthese gebruikt worden.
Welke stoffen bij fotosynthese ontstaan.
Waar de fotosynthese plaatsvindt
Wanneer fotosynthese plaatsvindt. 






Slide 3 - Tekstslide

Fotosynthese
Fotosynthese vindt plaats:
* In planten
* In de bladgroenkorrel
* In de groene delen van de plant
* Als er licht is

Water + Koolstofdioxide  --> Zuurstof + Glucose

Zonlicht (UV)

Slide 4 - Tekstslide

Eten of gegeten worden

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen (kennis)
Je leert 
  • wat abiotische en biotische factoren zijn
  • wat een voedselweb is
  • wat een voedselketen is
  • wat het verschil tussen een voedselweb en voedselketen is






Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen (vaardigheden)

  • Je kunt voedselrelaties in een voedselketen weergeven
  • Je kunt voedselrelaties in een voedselweb weergeven

Slide 7 - Tekstslide

Leven in de natuur
Biotoop dat is een plek voor een organisme met de beste omstandigheden om te overleven

Omstandigheden worden beïnvloed door 
abiotische invloeden invloed uit levenloze natuur  

biotische invloeden: invloed van andere organismen
Voorbeelden:
Bos, weiland, stad en strand
niet leeft EN nooit heeft geleefd
leeft of heeft geleefd  (=dood)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Voedselrelaties
Meest voorkomende relatie is voedselrelatie: A eet B eet C






Slide 10 - Tekstslide

Voedselketen
De volgorde hoe soorten elkaar eten.



Begint altijd met een plant

Slide 11 - Tekstslide

Voedselweb
Vos

Veldmuis

Gras

Slide 12 - Tekstslide

Voedselweb
Vos                Havik

Veldmuis    Veldmuis

Gras                   Gras

Slide 13 - Tekstslide

Producenten en consumenten
Alleen planten kunnen anorganische stoffen veranderen in organische stoffen.

Produceren = Maken
Producenten

Slide 14 - Tekstslide

Producenten en consumenten
Dieren, schimmels en bacteriën hebben 
geen
bladgroenkorrels en moeten organische stoffen dus eten.

consumeren = eten

Slide 15 - Tekstslide

Planteneters
Eten planten

2e schakel

Consument van de eerste orde
(eerste dieren in de keten)

Slide 16 - Tekstslide

Vleeseter
Eten andere dieren

Alle volgende schakels

Consument van de tweede orde en hoger


Slide 17 - Tekstslide

Alleseter
Eten planten en dieren.

2e schakel en hoger

Consument van de eerste orde en hoger

Slide 18 - Tekstslide

Reducenten
Schimmels en Bacteriën

Afvaleters

Breken organische stoffen af tot anorganische stoffen.

Slide 19 - Tekstslide

Voedselkringloop

Slide 20 - Tekstslide

Voedselkringloop

1. Producenten: Dit zijn altijd groene planten. Met behulp van fotosynthese en mineralen maken zij glucose en andere voedingsstoffen. 

2. Consumenten: Dit zijn dieren en mensen. Zij eten de voedingsstoffen die de planten maken of ze eten elkaar.

Slide 21 - Tekstslide

Voedselkringloop

3. Afvaleters: Dit zijn bodemdieren die het afval van producenten en reducenten eten. Ook zij zijn consumenten.

4. Reducenten: Dit zijn de schimmels en bacteriën die humus omzetten in mineralen. Deze mineralen kunnen dan weer door de planten gebruikt worden.

Slide 22 - Tekstslide

Bodemdieren
Bodemdieren zijn kleine dieren die op de grond leven. Voorbeelden zijn kevers, regenwormen, (naakt)slakken, pissebedden etc. 

Slide 23 - Tekstslide

Leerdoelen (kennis)
Je hebt geleerd
  • wat abiotische en biotische factoren zijn
  • wat een voedselweb is
  • wat een voedselketen is
  • wat het verschil tussen een voedselweb en voedselketen is






Slide 24 - Tekstslide

Leerdoelen (vaardigheden)
Ga je de komende weken mee aan de slag:

  • Je kunt voedselrelaties in een voedselketen weergeven
  • Je kunt voedselrelaties in een voedselweb weergeven

Slide 25 - Tekstslide