Paragraaf 4.4

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Verbrandingsproducten

Verbrandingsproducten

Verwerkingsopdrachten

Geef van de volgende verbrandingsreacties de kloppende reactievergelijking.

1. De volledige verbranding van koolstof
   
2. De onvolledige verbranding van koolstof
   
3. De verbranding van C2H4S (volledige verbranding)
   

Leerdoelen

• Je leert drie brandvoorwaarden kennen;
• Je leert verschillende manieren van blussen kennen.

Deze les

• Introfilmpje
• Uitleg brandvoorwaarden + filmpjes
• Quizvragen
• Lezen paragraaf 4.4
• Maken paragraaf 4.4 vragen 37, 38, 40

Brandvoorwaarden

In de branddriehoek staan de drie brandvoorwaarden. Een brand kan alleen ontstaan als aan alle drie voorwaarden tegelijk is voldaan.

Blussen

Het hangt van de brandstof af met welk blusmiddel je de brand moet blussen. Elk blusmiddel haalt een of meer van de brandvoorwaarden weg.

Drie brandvoorwaarden

• Drie voorwaarden voor brand.
• Haal 1 voorwaarde weg om

brand te blussen.

Ontbrandingstemperatuur

• De minimale temperatuur die nodig is om een verbranding te starten, noem je de ontbrandingstemperatuur.

• De ontbrandingstemperatuur is een stofeigenschap, dus voor elke stof verschillend.

Blusmogelijkheden

• Blusdeken
• Water
• Poeder of schuim
• Koolstofdioxide (koolzuursneeuwblusser)

Welke brandvoorwaarde(n) wordt/worden weggenomen bij blussen met een water?

1. Zuurstof
2. Ontbrandingstem-peratuur
3. Brandbare stof
4. Zuurstof en ontbrandingstemp.

Wat is het meest geschikte blusmiddel voor een brandende stoppenkast (meterkast)?

1. Water
2. Poederblusser
3. Koolstofdioxide blusser
4. Branddeken

Welke brandvoorwaarde wordt weggenomen bij blussen met een blusdeken?

1. Zuurstof
2. Ontbrandingstem-peratuur
3. Brandbare stof

Deze les

• Introfilmpje
• Uitleg brandvoorwaarden + filmpjes
• Quizvragen
• Lezen paragraaf 4.4
• Maken vragen 37, 38, 40