wo 10 maart 2021

NASK      CB2AB
• KLAAR ZITTEN MET PEN PAPIER EN EVT BOEKEN
• GELUID UIT
• CAMERA AAN
• VRAGEN IN EERSTE INSTANTIE VIA DE CHAT
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

NASK      CB2AB
• KLAAR ZITTEN MET PEN PAPIER EN EVT BOEKEN
• GELUID UIT
• CAMERA AAN
• VRAGEN IN EERSTE INSTANTIE VIA DE CHAT

Slide 1 - Tekstslide

proef 5 filmpje

Slide 2 - Tekstslide

HW
ONLINE maken 1 t/m 7 van §5

opdracht 6 en 7 klassikaal

Slide 3 - Tekstslide

Een hefboom heeft drie punten.
Noem tenminste één van die drie punten.

Slide 4 - Open vraag

katrol

Slide 5 - Tekstslide

katrol

Slide 6 - Tekstslide

Met een katrol lever ik minder kracht om iets op te tillen.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Met een katrol kan ik de richting van mijn kracht veranderen.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

fietsketting

Slide 9 - Tekstslide

fietsketting

Slide 10 - Tekstslide

fiets tandwielen

Slide 11 - Tekstslide

alle tandwielen op een fiets hebben evenveel tanden.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Het aantal tanden op het voorste blad is altijd minder dan op
het achterste blad.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

verzet van een fiets

Slide 14 - Tekstslide

verzet van een fiets

Slide 15 - Tekstslide

Het voorblad heeft 32 tanden. Het achter blad heeft 16 tanden.
Hoe vaak draait het achterwiel rond?
A
8 maal
B
6 maal
C
4 maal
D
2 maal

Slide 16 - Quizvraag

Het voorblad heeft 32 tanden. Het achter blad heeft 8 tanden.
Hoe vaak draait het achterwiel rond?
A
8 maal
B
6 maal
C
4 maal
D
2 maal

Slide 17 - Quizvraag

nu maken (is ook HW)
van §5 opdrachten 8 t/m 20

PW H.6 op woensdag 24 maart

Slide 18 - Tekstslide

Vanwege de tandwielen en de ketting draait het achterwiel 3 maal rond wanneer de trappers één keer rondgaan. De omtrek van het wiel is 1,5 meter. Wat is het verzet van de fiets?
A
3 : 1,5 = 2 [m]
B
1,5 : 3 = 0,5 [m]
C
3 x 1,5 = 4,5 [m]
D
3 + 1,5 = 4,5 [m]

Slide 19 - Quizvraag