Basisstof 5 Voortplanting bij dieren

Thema 6: Voortplanting bij planten en dieren
Basisstof 5: Voortplanting bij dieren
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 6: Voortplanting bij planten en dieren
Basisstof 5: Voortplanting bij dieren

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer een stuifmeelkorrel op de stamper komt spreken we van...
A
Bevruchting
B
Bestuiving
C
Planten sex
D
Zaadverspreiding

Slide 2 - Quizvraag

Je ziet hiernaast een appel. Hoeveel vruchten en zaden zie je?
A
1 vrucht 1 zaadje
B
1 vrucht 2 zaadjes
C
2 vruchten 1 zaadje
D
2 vruchten 2 zaadjes

Slide 3 - Quizvraag

Welk nummer wordt later een vrucht met zaden?

Is dit deel mannelijk of vrouwelijk?
A
Nummer 2 Mannelijk
B
Nummer 2 Vrouwelijk
C
Nummer 7 Mannelijk
D
Nummer 7 Vrouwelijk

Slide 4 - Quizvraag

Je eet sperciebonen, je eet dan
A
stengel
B
vrucht met zaden
C
blad
D
wortel

Slide 5 - Quizvraag

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen dat bij bevruchting elk van de ouders de helft van de chromosomen levert.
  • Je kunt voorbeelden geven van geslachtelijke voortplanting.

Slide 6 - Tekstslide

Celkern
Bij geslachtelijke voortplanting komen de chromosomen van twee organismen bij elkaar in de bevruchte eicel. 

Zaadplanten:
50% chromosomen komt uit eicel
50% chromosomen komt uit de stuifmeelkorrel

Slide 7 - Tekstslide

Geslachtelijke voortplanting
Voorbeeld:
Een eicel van een roze bloem kan worden bevrucht door een stuifmeelkorrel van een witte bloem. Na de bevruchting -> zaad met een kiem. 
Uit de kiem -> nieuwe plant. De nieuwe plant heeft lichtroze bloemen.

Slide 8 - Tekstslide

Geslachtelijke voortplanting dieren
Mannelijke geslachtscel = zaadcel
Vrouwelijke geslachtscel = eicel

Uit bevruchte eicel groeit door celdeling een nieuw dier. 
Nakomelingen hebben niet precies dezelfde erfelijke eigenschappen als de ouders

Slide 9 - Tekstslide

Uitwendige bevruchting
= bevruchting buiten het lichaam. (bijvoorbeeld kikkers)

Bij kikkers zit het mannetje tijdens de paring boven op het vrouwtje. Het mannetje geeft zaadcellen af net op het moment dat het vrouwtje eicellen afzet. De bevruchting vindt plaats in het water. 

Slide 10 - Tekstslide

Wat is geen voorbeeld van geslachtelijke voortplanting?
A
uitwendige bevruchting
B
bestuiving van planten
C
bevruchting van een plant
D
voortplanting van vogels

Slide 11 - Quizvraag

geslachtelijke voortplanting is
A
eicel wordt bevrucht
B
zaadcel wordt bevrucht
C
altijd inwendig
D
hetzelfde als bestuiving

Slide 12 - Quizvraag

Als kikkers paren
komen zowel de zaadcellen als de eicellen in het water. Dit noem je....
A
Inwendige bevruchting
B
Uitwendige bevruchting

Slide 13 - Quizvraag

Aan de slag!
Basis/Kader:
Basisstof 6 Voortplanting met bevruchting
Opdrachten 1, 2, 3, 4, 5, 6 
Opdrachten +7 & +8 > Kader

TL:
Basisstof 5 Voorplanting bij dieren 
Opdrachten 1, 2, 3, 4,  5, 6, 7

Slide 14 - Tekstslide