Werkwoordspelling voltooid deelwoord

GIDS NEDERLANDS
INFORMATIE VOOR LESSEN NEDERLANDS
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

GIDS NEDERLANDS
INFORMATIE VOOR LESSEN NEDERLANDS

Slide 1 - Tekstslide

DOEL

SPELLING VAN DE INFINITIEF EN

HET VOLTOOID DEELWOORD


- je kent het verschil tussen infinitief en voltooid deelwoord

- je herkent de infinitief en het voltooid deelwoord in een zin

- je kunt de infinitief en het voltooid deelwoord goed spellen

Slide 2 - Tekstslide

Soorten werkwoorden
Uitleg in een filmpje

- persoonsvorm (deze ken je al)

- voltooid deelwoord

- infinitief

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

WERKWOORDEN

Elke zin heeft een persoonsvorm,

maar er kunnen ook nog andere werkwoorden in een zin staan


In deze les behandelen we:

- de infinitief

- het voltooid deelwoord

Slide 5 - Tekstslide

DE INFINITIEF

- is hetzelfde als het hele werkwoord


Onze bakker is heerlijke broodjes aan het bakken


Olifanten eten per dag wel 200 kilogram bladeren
Bijvoorbeeld

Slide 6 - Tekstslide

HET VOLTOOID DEELWOORD

- heeft altijd een ander werkwoord nodig

- begint vaak met ge- (soms met be- of ver-)

- eindigt op -en of op en -d of -t


Dat hebben de jongens mooi gemaakt

Schiet op! De les is al begonnen

Bijvoorbeeld

Slide 7 - Tekstslide

HET VOLTOOID DEELWOORD  

laatste letter: -t of een -d


Gebruik de verlengproef om te horen of je

een -t of een -d aan het eind  moet schrijven.


Je maakt het voltooid deelwoord met een t-klank langer met -e.

Je hoort dan of je een -t of een -d moet schrijven.



Slide 8 - Tekstslide

VOORBEELD

verdient of verdiend?


Langer maken met -e: verdiende


Je hoort een -d, dus je schrijft VERDIEND


Hij heeft zijn geld eerlijk verdiend

Slide 9 - Tekstslide

VOORBEELD

gemaakt of gemaakd?


Langer maken met -e: gemaakte


Je hoort een -t, dus je schrijft GEMAAKT


Heeft Julia haar fiets al gemaakt?

Slide 10 - Tekstslide

Wat voor soort werkwoord is:
SNAPPEN
A
infinitief
B
voltooid deelwoord

Slide 11 - Quizvraag

Wat voor soort werkwoord is:
GEVIST
A
infinitief
B
voltooid deelwoord

Slide 12 - Quizvraag

Wat voor soort werkwoord is:
LOPEN
A
infinitief
B
voltooid deelwoord

Slide 13 - Quizvraag

Wat voor soort werkwoord is:
GEWANDELD
A
infinitief
B
voltooid deelwoord

Slide 14 - Quizvraag

Wat voor soort werkwoord is:
KRIJGEN
A
infinitief
B
voltooid deelwoord

Slide 15 - Quizvraag

Wat voor soort werkwoord is:
GEGETEN
A
infinitief
B
voltooid deelwoord

Slide 16 - Quizvraag

Noteer van het voltooid deelwoord
de infinitief:
Ik heb mijn kamer opgeruimd

Slide 17 - Open vraag

Noteer van het voltooid deelwoord
de infinitief:
Het horloge is gerepareerd

Slide 18 - Open vraag

Noteer van het voltooid deelwoord
de infinitief:
De jury heeft de beste gekozen

Slide 19 - Open vraag

Noteer van het voltooid deelwoord
de infinitief:
Ik heb geen pen meegenomen

Slide 20 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord:
Weet jij wat daar is (gebeuren)?

Slide 21 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord:
Ik heb de hele avond (dansen)

Slide 22 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord:
De appel wordt in stukjes (snijden)

Slide 23 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord:
Onze parkiet is (wegvliegen)

Slide 24 - Open vraag

Noteer van het onderstreepte werkwoord de infinitief:
Uiteindelijk vindt Ashley haar mobieltje onder haar bed.
______

Slide 25 - Open vraag

Noteer van het onderstreepte werkwoord de infinitief:
Mijn moeder lacht zich rot om die bloopers op tv.
______

Slide 26 - Open vraag

Noteer van het onderstreepte werkwoord de infinitief:
Rico belooft altijd van alles.
________

Slide 27 - Open vraag

Noteer van het onderstreepte werkwoord de infinitief:
Ik fiets in een half uur naar school.
_____

Slide 28 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van:
vinden

Slide 29 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van:
lachen

Slide 30 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van:
beloven

Slide 31 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van:
fietsen

Slide 32 - Open vraag

Raymond heeft zijn been geschaaf...
A
geschaaft
B
geschaafd
C
geschaafdt

Slide 33 - Quizvraag

Wordt die terrorist nog wel veroordeel…
A
veroordeelt
B
veroordeeldt
C
veroordeeld

Slide 34 - Quizvraag

Hij werd luid toegejuich..
A
toegejuicht
B
toegejuichd
C
toegejuichdt

Slide 35 - Quizvraag

Gelukkig was je goed verzeker….
A
verzekert
B
verzekerdt
C
verzekerd

Slide 36 - Quizvraag

De leraar werd er ingeluis…
A
ingeluist
B
ingeluisd

Slide 37 - Quizvraag

Dat geld heeft hij goed bestee…
A
besteedt
B
besteed
C
besteet

Slide 38 - Quizvraag

Volgens mij heeft u wel erg gebof…
A
geboft
B
gebofd

Slide 39 - Quizvraag

GELEERD

SPELLING VAN DE INFINITIEF EN

HET VOLTOOID DEELWOORD


- je kent het verschil tussen infinitief en voltooid deelwoord

- je herkent de infinitief en het voltooid deelwoord in een zin

- je kunt de infinitief en het voltooid deelwoord goed spellen

Slide 40 - Tekstslide

Wat wist je al?

Slide 41 - Open vraag

Is er iets wat je nog niet zo goed snapt?
Zo ja, schrijf dit op.

Slide 42 - Open vraag

Opdracht B-08

Slide 43 - Tekstslide

Opdracht B-09

Slide 44 - Tekstslide