Geld lenen

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Emmanuelle Clavreuil
Manu (het is korter!)

Mijn hobbies
Waarom ben ik hier?
Vragen?


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Heb je wel eens geld uitgeleend aan iemand?
Hoeveel? En waarom?

Slide 4 - Woordweb

Heb je wel eens geld geleend? Waarvoor?
En van wie?


Slide 5 - Woordweb

Wat gaan we doen?
Doelen van deze les:
  •  Geld lenen
  •  De risico's van geld lenen

Slide 6 - Tekstslide

Situatie 1
Bespreek deze situatie en beantwoord de vragen met je klasgenoot. Je hebt 2 minuten. Daarna vertel je aan de klas wat je antwoorden zijn.

Situatie: Samuel gaat met zijn vriendin op vakantie in Spanje. Hij leent geld van zijn broer om de vakantie te kunnen betalen. Samuel weet niet hoe hij het geld kan terugbetalen.
Vragen: Vind je het verstandig dat Samuel geld leent van zijn broer?
Wat zou jij doen als je Samuel was?

timer
2:00

Slide 7 - Tekstslide

Situatie 2
Bespreek deze situatie en beantwoord de vraag met je klasgenoot. Je hebt 2 minuten. Daarna vertel je aan de klas wat je antwoord is.

Situatie: Sofia ziet in een telefoonwinkel de nieuwste smartphone liggen. Ze neemt een nieuw abonnement. Ze krijgt de telefoon bij het abonnement. Ze betaalt dan twee jaar lang elke maand 65 euro voor het abonnement. Een deel daarvan is om de telefoon af te betalen.
Vraag: Wat heeft deze situatie met geld lenen te maken?


timer
2:00

Slide 8 - Tekstslide

Geld lenen
  • Je kan lenen van een bekende, kopen op afbetaling, of lenen van de bank.

  •  Je moet geleend geld altijd terugbetalen.

  • Als je bijvoorbeeld geld leent van een vriend, moet je dat aan hem terugbetalen. Als je dat niet doet, kun je hier ruzie over krijgen.

  • Als je geld leent van een bank, moet je rente betalen.

  • (= een extra bedrag dat je moet betalen voor het lenen van geld.)

Slide 9 - Tekstslide

Schuld
  • Wat is schuld?
  • = het geldbedrag dat je moet terugbetalen.
  • Kan een schuld voor problemen zorgen?
  • Als je schuld hebt, kan het bijvoorbeeld lastig worden om je rekeningen te betalen. Hierdoor kun je een nog grotere schuld krijgen.
  • Hoe kun je dat voorkomen?
  • Bijvoorbeeld met een checklist: Heb ik het echt nodig? Kan ik ervoor sparen? Kan ik het terugbetalen?

Slide 10 - Tekstslide

Eens? Of niet eens?
Waarom?
  • Elke groep krijgt een papier met een stelling.
  • Bespreek in je groep of je het eens bent met de stelling of niet. 
  • Jullie hebben 2 minuten
  • Als de timer gaat, krijgen jullie een nieuwe stelling. 
  • Daarna bespreken we de stellingen met de hele klas. 
timer
2:00

Slide 11 - Tekstslide

Eens? Of niet eens?
Waarom?
Stellingen:
1. Geld lenen kost geld.
2. Als je niet genoeg geld hebt, leen je gewoon wat.
3. Je kunt beter nooit geld lenen maar in plaats daarvan kun je beter sparen.
4. Je kunt beter van je vrienden lenen dan van de bank.

Slide 12 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?
Je weet nu:
  • Dat je vaak rente moet betalen als je geld leent.
  • Dat je een schuld kunt krijgen.
  • Wat de gevolgen van een schuld kunnen zijn.


Slide 13 - Tekstslide