Populatie: groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied die zich onderling voortplant.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Soort en populatie
Een soort bestaat uit één of meer populaties.
Populatie: groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied die zich onderling voortplant.
Slide 1 - Tekstslide
Vraag
Welke van de volgende voorbeelden is een populatie ?
A alle planten in een bos.
B alle madeliefjes in een weiland
C alle konijnen in Nederland
D tijgers en leeuwen in Afrika
Slide 2 - Tekstslide
Genenpool
Genenpool:verzameling van alle allelen van alle individuen in een populatie.
(Populatie met een grote genenpool-> grote genetische variatie. Hoe groter de genetische variatie des te groter de overlevingskans)
Slide 3 - Tekstslide
Voorbeeld
Bijvoorbeeld: Een populatie bestaat uit 5 individuen met 4 verschillende genotypen
Individu 1: AaBbCcDD
Individu 2: AAbbCcDD
Individu 3: AABbCCDD
Individu 4: AABBccDD
Individu 5: AaBbCcDD
Genenpool is 7 (A, a, B, b, C, c, D) groot.
Slide 4 - Tekstslide
Genfrequentie of allelfrequentie
Stel: Van een gen in een populatie zijn 2 allelen namelijk A en a en 80% van de allelen is A en 20% is a.
Dan is de gen(allel)frequentie van allel A 0,8 en die van a 0,2.
Slide 5 - Tekstslide
Toeval
Als alleen het toeval ( en geen andere beïnvloedende factoren) bepaalt welk allel (A of a) aan de nakomelingen wordt doorgegeven, dan blijven de allel(gen)frequenties in de volgende generaties hetzelfde (0,8 en 0,2).
Slide 6 - Tekstslide
Beïnvloedende factoren
Soms spelen andere beïnvloedende factoren wel een rol bijv. allelen hebben een verschillende overlevingskans, dan veranderen de allel (gen) frequenties wel. Het gunstige allel zal toenemen in frequentie en het ongunstige allel afnemen.
Slide 7 - Tekstslide
Als de gen/allelfrequenties veranderen in een populatie, verandert de populatie (en verandert dus de soort)
Slide 8 - Tekstslide
Genetic drift
Genetic drift: grote veranderingen in de allel(gen)frequentie door bijzondere gebeurtenissen bijv. door een ziekte.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Opdrachten
Maak opdracht 18 en 19.
(In Magister staan de antwoorden van deze opdrachten)
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Open vraag
Binnen een populatie komen allelen in bepaalde frequenties voor. Iemand beweert dat deze frequenties in de loop van de tijd kunnen veranderen door vier oorzaken: 1. modificaties; 2. mutaties; 3. selectie; 4. migratie. Door welke van de genoemde oorzaken kunnen deze frequenties veranderen?