Kunstpuzzel
1 / 7
Lesduur is: 120 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Video
Bekijk klassikaal het filmpje van Zuid-Afrikaanse kunstenaar William Kentridge t/m 1:40 min.
Kijkvragen:
Wat zie je?
Welke materialen gebruikt de kunstenaar?
Slide 3 - Tekstslide
Uitleg:
Kentridge scheurt een vel papier in stukjes.
Hij gaat vervolgens de stukjes naast elkaar leggen als een puzzel.
Hij kijkt goed naar de vorm en gebruikt zijn fantasie. Zo ontdekt hij dat de stukken op dieren lijken.
Kunstenaars proberen vaak meerdere mogelijkheden uit.
Slide 4 - Tekstslide
Materiaal:
Kleurpapier, lijm
Opdracht 1:
Laat de leerlingen een vel kleurpapier in stukjes scheuren.
Leerlingen kijken goed naar de vorm en proberen de stukjes bij elkaar zetten zodat ze op iets herkenbaars lijken.
Leerlingen proberen minimaal 3 verschillende composities uit.
Nabespreking in groepjes van 3:
Laat je composities zien.
Waar lijken ze op?
Wat zien jouw klasgenoten in je compositie?
Bespreken klassikaal:
Iedereen kijkt anders en ziet anders. Mensen kunnen dezelfde vorm op verschillende manieren interpreteren.
Wat vind je hiervan?
Lijmen:
Welke compositie vond je de beste werken? Lijm deze op een vel papier.
Slide 5 - Tekstslide
Dit zijn schilderijen van Vincent van Gogh.
Hij was een beroemde Nederlandse kunstenaar. Hij was beroemd omdat hij anders schilderde dan anderen.
Kijk naar de afbeeldingen.
Vind je ze origineel?
Hoe keek Van Gogh naar de werkelijkheid?
Slide 6 - Tekstslide
Materiaal:
Prints, schaar, A3 papier, potlood, gum, plakband
Opdracht 2:
Leerlingen gaan in groepjes van 3 of 4 schilderijen van Van Gogh natekenen op een A3 papier met potlood.
Knip de uitgeprinte schilderijen in 3 of 4 stukjes en deel ze uit bij de groepjes.
Leerlingen werken 25 minuten zelfstandig op hun eigen papier.
Hierna leggen ze de stukjes bij elkaar.
Bespreken in groepjes:
Vergelijk het met elkaar.
Lijken de stukjes op elkaar?
Hoe kan dat iedereen op een andere stijl tekent?
Slide 7 - Tekstslide
Tijdens het tekenen kijken de leerlingen goed naar de beeldende aspecten: vorm, lijn, contrast.
