Nieuwsbegrip week 4 actief lezen

WACHT :-)
De juf start deze les in Teams. 
Maak pas daarna de les in LessonUp. 

A tekst = paars
B tekst = geel

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

WACHT :-)
De juf start deze les in Teams. 
Maak pas daarna de les in LessonUp. 

A tekst = paars
B tekst = geel

Slide 1 - Tekstslide

Vragen stellen
Wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe vragen.

Vooral waarom ... en hoe komt het dat ... vragen helpen je de tekst te begrijpen.


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Vogels tellen

Even naar buiten kijken naar de vogels in je tuin. Of naar de vogels die op je balkon zitten. Dat
doet iedereen wel eens. Het is een leuk tijdverdrijf. Maar één weekend per jaar is het extra leuk.
10 Want dan kun je meedoen aan de Nationale Tuinvogeltelling. Dan tellen tienduizenden mensen
in heel Nederland de vogels in hun tuin of op hun balkon.

Slide 4 - Open vraag

Nationale Tuinvogeltelling

De Tuinvogeltelling wordt sinds 2001 gehouden. De telling wordt georganiseerd door
Vogelbescherming Nederland en Sovon Vogelonderzoek Nederland. Iemand van
15 Vogelbescherming vertelt: ‘Door de Tuinvogeltelling ontdekken we veel. We komen te weten
hoeveel tuinvogels er zijn. En waar in Nederland de vogels voorkomen. Door de telling weten
we ook hoe vogels in de winter onze tuinen gebruiken. En met die informatie kunnen we vogels
beter helpen en beschermen. Dat is belangrijk!’

Slide 5 - Tekstslide

Welke vragen heb jij na het lezen van het stukje tekst?

Slide 6 - Open vraag

Iedereen kan meedoen

Meedoen aan de Tuinvogeltelling is dus nuttig. Daarnaast is het ook heel leuk. En het is
makkelijk. Iedereen kan meedoen. De telling is op vrijdag 29, zaterdag 30 en zondag 31 januari.
Je kiest zelf op welke dag je meedoet. Het is het handigst om te tellen aan het begin van de
dag. Dan heb je de meeste kans om veel vogels te zien. Want dan zoeken ze naar voedsel na
een lange en koude nacht. Tel op je teldag één keer een half uur de vogels in je tuin of op je
balkon. Vliegen er vogels alleen maar langs? Dan tellen ze niet mee. Kijk goed welke vogels je
ziet en tel ze. Maar let op! Zie je een vogelsoort een paar keer? Noteer dan alleen het hoogste
aantal. Zie je drie koolmezen tegelijk? En later nog een keer vijf? Dan mag je die dus niet bij
elkaar optellen. Je geeft dan door: vijf koolmezen. Je waarnemingen vul je in op een speciaal
formulier. Je tellingen kun je tot 1 februari doorgeven aan Vogelbescherming. 

Slide 7 - Tekstslide

Welke vragen heb jij na het lezen van het stukje tekst?

Slide 8 - Open vraag

Populair

Steeds meer mensen vinden het leuk om meer te weten over vogels. Ook veel kinderen willen
leren hoe je vogels kunt bekijken. En hoe je ze kunt herkennen. Er zijn speciale boeken voor. En
op de website van Vogelbescherming vind je de top 25 van tuinvogels. Je kunt ze daar ook
beluisteren. Het meedoen aan de Tuinvogeltelling is heel populair. Vorig jaar deden ruim 90
35 duizend mensen mee. Ze telden meer dan 1,5 miljoen tuinvogels. In 2020 stond de huismus op
nummer één. Op de tweede plaats stond de koolmees en op nummer drie de pimpelmees. Dat
was opvallend. Door een goed broedseizoen waren er in 2020 veel pimpelmezen in ons land.
Ben jij ook zo benieuwd welke tuinvogel er dit jaar het meest wordt gezien?

Slide 9 - Tekstslide

Welke vragen heb jij na het lezen van het stukje tekst?

Slide 10 - Open vraag

Half uur

De Nationale Vogeltelling werd in 2001 voor het eerst gehouden. Het is het grootste natuuronderzoek door burgers in Nederland. Gedurende een half uur tellen mensen de vogels in hun tuinen en op hun balkons. Er zijn een paar voorwaarden. Je mag alleen de vogels tellen die in je tuin of op je balkon geland zijn. Vogels die overvliegen tellen niet mee. Daarnaast tel je alleen het hoogste aantal vogels van een soort. Het gaat dan om vogels die je tegelijkertijd waarneemt. ’s Morgens vroeg zijn vogels overigens het
meest actief en valt er dus het meest te tellen.

Slide 11 - Tekstslide

Welke vraag/vragen heb jij na het lezen van het stukje tekst?

Slide 12 - Open vraag

Ieder jaar anders

Ieder jaar ziet de top 10 er net weer anders uit. Dat heeft onder andere te maken met het weer en de beschikbaarheid van voedsel. Landelijk gezien zijn de huismus, de koolmees en de pimpelmees de meest getelde vogels in 2020. De merel zien
we sinds 2017 steeds minder. Dat komt waarschijnlijk door de zachtere winters. In de stad wordt de halsbandparkiet steeds vaker gesignaleerd. 

Slide 13 - Tekstslide

Welke vraag/vragen heb jij na het lezen van het stukje tekst?

Slide 14 - Open vraag

Liefde voor vogels

De redenering is dat liefde voor vogels begint met het herkennen van de vogels in je omgeving. Maar het herkennen van vogels valt nog niet mee. Ken jij bijvoorbeeld de boomklever of de groenling? Toch behoren deze soorten tot de 25 meest voorkomende tuinvogels in Nederland. Op een speciaal telformulier staan de 25 soorten afgebeeld. Wie weinig van vogels weet, maar er meer over wil leren, kan bij Vogelbescherming terecht. Op de website kun je ook allerlei online lessen vinden. Daarin leer je de vogels herkennen aan hun uiterlijk en hun geluid.

Slide 15 - Tekstslide

Welke vraag/vragen heb jij na het lezen van het stukje tekst?

Slide 16 - Open vraag

Wetenschappelijk onderzoek

De vogeltelling laat de veranderingen op de lange termijn zien van het aantal tuinvogels. De vogeltelling geeft een betrouwbaar beeld, doordat er elk jaar zo massaal wordt geteld. In combinatie met de resultaten van andere jaren laat dit zien hoe belangrijk tuinen voor vogels zijn. Meedoen met de
vogeltelling is dus niet alleen maar leuk tijdverdrijf. Je levert ook een bijdrage aan wetenschappelijk onderzoek.

Slide 17 - Tekstslide

Welke vraag/vragen heb jij na het lezen van het stukje tekst?

Slide 18 - Open vraag

Hoe was je inzet tijdens de les?

Denk aan:
Heb je de slides echt bekeken of doorgeklikt? Heb je nagedacht over de vragen? Vond je het moeilijk of lastig?
010

Slide 19 - Poll