Ejercicios 3, 7 plaatsaanduidingen y estar U5 C1

¡A trabajar!
ejercicio 3 (p.54)
ejercicio 7 (p.55)



Vuelves a la clase a las 13.10h.
je komt terug in de les om 13.10 u
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

¡A trabajar!
ejercicio 3 (p.54)
ejercicio 7 (p.55)



Vuelves a la clase a las 13.10h.
je komt terug in de les om 13.10 u

Slide 1 - Tekstslide

ejercicio 3 p.54
1. lees de opdracht en beantwoord de vragen op de volgende slide.

Slide 2 - Tekstslide

Beantwoord in hele zinnen in het Spaans
3.1 Dónde están los libros?

Slide 3 - Open vraag

3.2 ¿Dónde está la pelota?

Slide 4 - Open vraag

3.3 ¿Dónde está el ratón?

Slide 5 - Open vraag

3.4 ¿Dónde están los zapatos?

Slide 6 - Open vraag

3.5 ¿Dónde está el móvil?

Slide 7 - Open vraag

ejercicio 7
1. Schrijf hoe jouw kamer *eruitziet  (minimaal 5 zinnen)
2. maak een foto en upload de zinnen en foto in de volgende slide.

Wil je niet een foto van je kamer, dan kan je een foto uit internet zoeken en beschrijven. De foto en de zinnen stuur je in de volgende slide op.

Slide 8 - Tekstslide

Escribe aquí tus respuestas. Schrijf hier je zinnetjes.

Slide 9 - Open vraag

¿Cómo has trabajado hoy?
😒🙁😐🙂😃

Slide 10 - Poll

EXTRA Oefeningen / uitleg

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

1.El gato está __________del sofá.
A
encima
B
detrás
C
debajo
D
al lado

Slide 13 - Quizvraag

2.El gato está __________de la planta grande.
A
encima
B
detrás
C
debajo
D
al lado

Slide 14 - Quizvraag

3.El gato está _____del almohadón (kussen)
A
encima
B
detrás
C
debajo
D
al lado

Slide 15 - Quizvraag

4.El sofá está _____de la ventana.
A
encima
B
detrás
C
debajo
D
al lado

Slide 16 - Quizvraag

5. La silla blanca está___de la pizarra.
A
encima
B
debajo
C
detrás
D
al lado

Slide 17 - Quizvraag

6. La silla blanca está___de la planta.
A
encima
B
debajo
C
detrás
D
al lado

Slide 18 - Quizvraag

7. La alfombra está___de la cama.
A
encima
B
delante
C
detrás
D
al lado

Slide 19 - Quizvraag

8. Los cuadros están___de la cama.
A
encima
B
debajo
C
detrás
D
al lado

Slide 20 - Quizvraag

9. La cama está___de la alfombra y la ventana.
A
encima
B
debajo
C
entre
D
al lado

Slide 21 - Quizvraag

9. La ventana está___de la cama.
A
encima
B
debajo
C
detrás
D
al lado

Slide 22 - Quizvraag

dibuja la casa
Ventanas azules
verdes escaleras
muros amarillos
con enredaderas
y el tejado
palomas.
(autor: C. Laborda)



Slide 23 - Tekstslide

practica jugando
voorzetsels oefenen in Wordwall

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Link

Slide 26 - Tekstslide

Hoy es 10 de febrero de 2021

¿Qué vamos a hacer hoy?

Hoy vamos a...




Slide 27 - Tekstslide

objetivos
1. aprender y repasar el vocabulario de la casa/ objetos de la casa.
2. usar el verbo estar
3. Conocer plaatsaanduidingen in het Spaans (al lado, delante, debajo,etc. kan je terugvinden blz. 121 en 54 TB)

Slide 28 - Tekstslide

Doelen
- ik kan het ww estar vervoegen
- ik kan het ww estar gebruiken bij plaatsbepalingen
- ik ken de plaatsbepalingen in het Spaans
- ik ken de woordenschat om mijn kamer / huis te kunnen beschrijven

Slide 29 - Tekstslide

¿Cómo estás?

Slide 30 - Open vraag