Werkwoordelijk gezegde

Doel van de les
Oefenen met het (werkwoordelijk) gezegde in een zin
(Taalboek Blok 6 les 3).

Waarom oefenen we dit? 
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Doel van de les
Oefenen met het (werkwoordelijk) gezegde in een zin
(Taalboek Blok 6 les 3).

Waarom oefenen we dit? 

Slide 1 - Tekstslide

Bedenk 5 werkwoorden.

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Link

Het werkwoordelijk gezegde is: alle werkwoorden in een zin.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

De persoonsvorm hoort niet bij het gezegde.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Vandaag gaan we fietsen en dan gymen. Wat is het gezegde?
A
Vandaag, gymen
B
fietsen, gymen
C
gaan, fietsen, gymen
D
gaan, gymen

Slide 6 - Quizvraag

Het werkwoordelijk gezegde bestaat altijd maar uit één werkwoord.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Hoeveel werkwoorden zie je in deze zin?
Wij zouden hem hebben geantwoord, maar we zijn het vergeten.

Slide 8 - Open vraag

Pak je leesboek, zoek een zin op. Wat is het werkwoordelijk gezegde in die zin?

Slide 9 - Woordweb

Vertel nu kort: wat is het werkwoordelijk gezegde in een zin?

Slide 10 - Open vraag