8.1 deel 1

Havo 4
8.1 De industriële revolutie
Lesdoelen:
In deze les leer je:
- hoe de industriële revolutie ontstond.



Kenmerkend aspect:
De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Havo 4
8.1 De industriële revolutie
Lesdoelen:
In deze les leer je:
- hoe de industriële revolutie ontstond.



Kenmerkend aspect:
De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving.

Slide 1 - Tekstslide

8.1 De industriële revolutie
Perioden:
Prehistorie
Oudheid
Middeleeuwen
Vroegmoderne tijd
Moderne tijd: 1800 - heden

Tijdvakken:
Tijd van ontdekkers en hervormers (16e eeuw)
Tijd van regenten en vorsten (17e eeuw)
Tijd van pruiken en revoluties (18e eeuw)
Tijd van burgers en stoommachines (19e eeuw)


                              

Slide 2 - Tekstslide

8.1 De industriële revolutie
George Orwell noemde Sheffield in 1937 een 
stinkend, zwartgeblakerd industrieel hol.

--> snel gegroeide industriestad in GB.
- productie: messen en vorken.
- lage levensverwachting arbeiders (35 jaar).

Slide 3 - Tekstslide

8.1 De industriële revolutie
Industrie en samenleving
Tijd van pruiken en revoluties:  werk met de hand en werktuigen.
Energie: - spierkracht
               - trekkracht dieren
               - waterkracht
               - windmolens
               - houtvuren

kleinschalig: nijverheid door ambachtslieden in (kleine) werkplaatsen. (huisnijverheid)


                              

Slide 4 - Tekstslide

8.1 De industriële revolutie
Industrie en samenleving
Rond 1800: In Groot-Brittannië (GB) de stoommachine 
uitgevonden = start mechanisatie werktuigen. => productie wordt grootschalig gedaan door arbeiders in industriële fabrieken.


PROCES WAARBIJ DOOR MECHANISATIE HET PRODUCTIEPROCES VAN NIJVERHEID OVERGAAT IN INDUSTRIALISATIE = INDUSTRIËLE REVOLUTIE.

In de 19e eeuw (tijd van burgers en stoommachines) industrialiseren na GB ook de VS, grote delen van Europa en Japan.
                              

Video stoommachine
Engeland rond 1800
Engeland vóór 1700

Slide 5 - Tekstslide

8.1 De industriële revolutie
Industrie en samenleving
Rond 1800: Door democratische revoluties (7.3) en de industriële revolutie veranderd de samenleving:


Nieuwe samenlevingsvorm: industriële samenleving (industrie en diensten belangrijk)

Samenleving niet meer ingedeeld in standen (= op basis van geboorte), maar klassen (= op basis van bezit) -->
Rijken: klasse van kapitalisten (fabriekseigenaren en beleggers)
Middenklasse: klasse van winkeliers, ambtenaren, leraren, artsen, ...
Armen: klasse van arbeiders (werken in de fabrieken)
                              

Slide 6 - Tekstslide

Geef aan:
- wat de industriële revolutie was en
- waar en wanneer de industriële revolutie begon.

Slide 7 - Open vraag

Noem twee kenmerken van de industriële samenleving.

Slide 8 - Open vraag

Beschrijf de drie klassen van de 19e eeuwse steden.

Slide 9 - Open vraag

Gebruik bron 1 blz. 130 wb en de tekst 'Het tijdvak' op blz. 129.
Maak met brongegevens duidelijk dat de industrialisatie een revolutionaire ontwikkeling was:
- op economisch gebied en
- op sociaal gebied.

Slide 10 - Open vraag

Veel 19e eeuwers hadden niet het gevoel een industriële revolutie mee te maken. Geef daarvoor een verklaring.

Slide 11 - Open vraag

Werk het lesdoel volledig uit.
Leg uit hoe de industriële revolutie ontstond.

Slide 12 - Open vraag