8.3 Naar een verzuilde samenleving A

De Tijd van Burgers en Stoommachines
 8.3 Naar een verzuilde samenleving
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

De Tijd van Burgers en Stoommachines
 8.3 Naar een verzuilde samenleving

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
Vakbonden als reactie op de sociale kwestie
  • Sociale kwestie: Slechte woon- en werkomstandigheden van de arbeiders
  • Eerste reacties:
    - liefdadigheid door rijke vrouwen
    - vernielen van stoommachines door arbeiders 
  • Vakbonden ontstaan → eerst steun bij ziekte/dood, daarna ook onderhandelingen over lonen en werktijden.
  • Stakingen als pressiemiddel.

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
Opkomst van het socialisme
Stakingen werkten niet voldoende. De maatschappij moest veranderen. Hierdoor ontstonden twee ideeën:
1. Sociaaldemocraten:

Geloofden in vreedzame hervormingen via parlement.

Doel: kiesrecht voor arbeiders → wetgeving veranderen.

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik
Opkomst van het socialisme
Stakingen werkten niet voldoende. De maatschappij moest veranderen. Hierdoor ontstonden twee ideeën:
2.  Communisten:

Geloofden in klassenstrijd en revolutie.

Doel: omverwerping van het kapitalisme → klasseloze samenleving.

Publicatie: Communistisch Manifest (1848).

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik
Verklaring democratisering + sociale wetgeving eind 19e eeuw
Angst voor revolutie → liberale politici gaan hervormen.

  • Sociale wetten (tegen kinderarbeid, voor volksgezondheid, onderwijs)
  • Uitbreiding van het kiesrecht (= democratisering)

Resultaat:
Algemeen kiesrecht mannen 1917
Socialisten in parlement.

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoelen
Na het bestuderen van de paragraaf kun je: 
  • uitleggen dat de democratische revoluties in de 18e eeuw en de groeiende macht van de liberalen een positieve invloed hadden op de godsdienstvrijheid voor niet-calvinisten in Nederland;
  • beschrijven hoe de katholieke en de calvinistische gemeenschap in Nederland reageerden op de toegenomen godsdienstvrijheid;
  • beschrijven hoe liberalen en confessionelen dachten over de rol van religie in de politiek;

Slide 6 - Tekstslide

Democratische revoluties & liberalen >
Meer godsdienstvrijheid
1795 (Bataafse Republiek): godsdienstvrijheid ingevoerd, gebaseerd op idealen Franse Revolutie.

1815 & 1848 (grondwetten): bevestiging van vrijheid van religie.

Liberalen (zoals Thorbecke) steunden geloofsvrijheid.

→ Einde aan achterstelling van niet-calvinisten, zoals katholieken.

Slide 7 - Tekstslide

Reacties katholieke en calvinistische gemeenschap op godsdienstvrijheid
Katholieke reactie (emancipatie):
1853: Paus stelt weer bisschoppen aan in Nederland → katholieke kerk krijgt weer formele organisatie.

Bouw van grote kerken (gotische stijl = trots op katholieke verleden).

Actievere rol in de samenleving.

Slide 8 - Tekstslide

Reacties katholieke en calvinistische gemeenschap op godsdienstvrijheid
Calvinistische reactie (verzet + herbezinning):
Veel protestanten fel tegen terugkeer bisschoppen: wantrouwen richting Rome.

Petitie aan koning Willem III → angst voor katholicisme.

Orthodoxe calvinisten verlieten hervormde kerk → vorming gereformeerde kerken.


Slide 9 - Tekstslide

Religie en politiek: liberalen vs. confessionelen
Liberalen:
Religie = privézaak.

Politiek moet neutraal zijn (scheiding kerk en staat).

Steunden vrijheid van onderwijs, maar wilden géén subsidie voor bijzondere scholen.

Slide 10 - Tekstslide

Religie en politiek: liberalen vs. confessionelen
 Confessionelen (orthodox-protestanten en katholieken):
Religie hoort centrale rol in politiek te spelen.

Begonnen eigen politieke bewegingen (bijv. Groen van Prinsterer).

Verzette zich tegen seculiere (ongelovige) politiek → wilden politiek op christelijke grondslag.

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk
Je maakt paragraaf 8.3 tot en met vraag 8. 
timer
1:00

Slide 12 - Tekstslide