Woordenschat: zoek een omschrijving of definitie

10 minuten lezen
timer
10:00
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

10 minuten lezen
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag 

  1. Hoe zat het ook alweer met....
  2. Huiswerk nakijken
  3. Uitleg: zoek een omschrijving of definitie
  4. Zelf aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Het lijdend voorwerp vind je door te vragen: 
WIE (OF WAT) + WERKWOORDELIJK GEZEGDE + ONDERWERP
Let op: 
Niet elke zin heeft een lijdend voorwerp: geen goed antwoord op de vraag? Geen lijdend voorwerp!
Lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel! 
Hoe zat het ook alweer met het voltooid en onvoltooid deelwoord?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zo schrijf je het onvoltooid deelwoord: infinitief + d (lopen + d=lopend)
Dit is waar
Dit is niet waar
  • Dit is correct

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het onvoltooid deelwoord geeft aan dat een handeling is afgerond.
Dit is waar
Dit is niet waar
  • Het onvoltooid deelwoord geeft aan dat iets aan de gang is.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden eindigt vaak op -en
Dit is waar
Dit is niet waar
  • Dit is correct

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 voltooid of onvoltooid deelwoord?
Voltooid deelwoord
het is al gebeurd
De deur is geverfd.
Onvoltooid deelwoord
het is nog gaande
Marie reist zeilend de wereld over.
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord
De fiets is gerepareerd ->

De gerepareerde fiets

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk nakijken
Waar?
Bladzijde 126-127

Welke opdrachten?
1 tot en met 4




Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1
  • 1 beloond
  • 2 gebloed
  • 3 geboord
  • 4 gedraafd
  • 5 geduwd
  • 6 gedwaald
  • 7 gekucht
  • 8 gekust
  • 9 gelegd




  • 10 gemaaid
  • 11 gemixt
  • 12 gepuft
  • 13 geraakt
  • 14 geschrobd
  • 15 gestopt
  • 16 gevreesd
  • 17 gewacht
  • 18 gezeemd

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2
  • 1 od = wachtend; vd = getest
  • 2 od = kijkend; vd = ingelopen
  • 3 od = Zoeken; vd = gewist
  • 4 od = Vluchtend; vd = verloren
  • 5 od = Borend; vd = geraakt
  • 6 od = dromend; vd = gestoten




Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3
  • 1 pvtt = beantwoordt
  • 2 vd = ontkend
  • 3 vd = beroofd
  • 4 pvtt = verbaast
  • 5 pvtt = verwijdert
  • 6 vd = verzameld




Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 4
  • 1 pvtt – Hij gebruikt een ouderwetse vulpen om mee te schrijven. vd – Deze oude lappen worden gebruikt bij het schoenpoetsen.
  • 2 pvtt – Lars vergist zich steeds bij het opnoemen van zijn telefoonnummer. vd – Benjamin heeft zich weer eens in de vertrektijd van de trein vergist.
  • 3 pvtt – Julia bedankt ons voor het verjaardagscadeau. vd – Tess heeft Milan met een dikke zoen bedankt voor de mooie ring.
  • 4 pvtt – De bom ontploft zodra hij de grond raakt. vd – Vorige week is bij de brand in onze flat een gastank ontploft.




Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 woordraadstrategie : 2. zoek een omschrijving of definitie

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag
Waar? 
Bladzijde 54 tot en met 56

Welke opdrachten?
1 tot en met 4

Is dit huiswerk voor de volgende keer?
Nee, voor volgende week.

Wat moet ik doen als ik al klaar ben?
Je leest dan in je fictieboek


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les: toets spelling
  • Hoofdstuk 1 bladzijde 34, hoofdletters en leestekens. Bladzijde 36, persoonsvorm tegenwoordige tijd pvtt.
  • Hoofdstuk 2 bladzijde 64, spelling in het woordenboek. Bladzijde 66, persoonsvorm verleden tijd pvvt zwakke werkwoorden.
  • Hoofdstuk 3 bladzijde 94, meervouden op -en. Bladzijde 96, persoonsvorm verleden tijd pvvt sterke werkwoorden.










*Deze SO wordt afgenomen via Quayn in computerlokaal 55




Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies