Thema 1: familie - woordenschat

Familie
1 / 10
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Familie

Slide 1 - Woordweb

Hoe noem je jouw mama en papa?
A
ouders
B
grootouders
C
kinderen
D
kleinkinderen

Slide 2 - Quizvraag

Hoe noem je de mama en papa van jouw ouders?
A
grootouders
B
ouders
C
kleinkinderen
D
kinderen

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor nonkel?
A
nicht
B
tante
C
neef
D
oom

Slide 4 - Quizvraag

Wie is je tante?
A
De broer van mijn mama of papa
B
De nicht van mijn mama of papa
C
De zus van mijn mama of papa
D
De neef van mijn mama of papa

Slide 5 - Quizvraag

Wie is je nicht?
A
Het kindje (een jongen) van de zus of broer van mijn ouders
B
Het kindje (een meisje) van de zus of broer van mijn ouders
C
De zus van mijn ouders
D
De broer van mijn ouders

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor grootvader?
A
oma
B
grootmoeder
C
opa
D
papa

Slide 7 - Quizvraag

Wat zijn jij en je broer of zus van jouw ouders?
A
de kinderen
B
de kleinkinderen
C
de grootouders
D
de nichten en neven

Slide 8 - Quizvraag

Hoe noem je de ouders en de kinderen samen?
A
het trouwfeest
B
de familie
C
niets
D
het gezin

Slide 9 - Quizvraag

Ik ben de broer van jouw mama. Wat ben ik dan van jou?
A
mijn neef
B
mijn nonkel
C
mijn papa
D
mijn opa

Slide 10 - Quizvraag