elektrische schakelingen in een woonhuis

welkom bij de les over:
Elektrische installatie woonhuis: analyseert verschillende elektrische schakelingen in een woonhuis.

Martijn, Lisa, Jolijn en Ilse 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurHBOStudiejaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

welkom bij de les over:
Elektrische installatie woonhuis: analyseert verschillende elektrische schakelingen in een woonhuis.

Martijn, Lisa, Jolijn en Ilse 

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van deze les:
1. Deelnemers kunnen 2 schakelingen in een woonhuis uitleggen
2. Deelnemers kunnen uitrekenen hoeveel Watt aan vermogen je kan gebruiken op 1 elektra groep

Slide 2 - Tekstslide

wat weten jullie van elektro?

Slide 3 - Woordweb

Hoe kan je het maximaal vermogen (in Watt) berekenen voor een elektra-groep in je woning ?

Slide 4 - Tekstslide

Hiervoor gebruiken we de volgende formule:
P (vermogen in Watt) = U (spanning in Volt) x I (stroomsterkte in Ampère)

Slide 5 - Tekstslide

P (vermogen in Watt) = U (spanning in Volt) x I (stroomsterkte in Ampère)
P = ? U = 230 Volt. I = 16 Ampere.

P = 230 x 16 = 3680 Watt per groep (Maximaal !! )

Slide 6 - Tekstslide

wat voor schakelingen kan je tegen komen in je woning?
Hier volgen 2 voorbeelden

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

De QUIZ 
Onder leiding van Lisa!!

Slide 9 - Tekstslide

Als je op het lichtknopje in je kamer het licht aanklikt dan is de stroomkring gesloten?
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Dit is het symbool van een wisselschakelaar?
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

In een stroomkringschema kun je vinden hoe de installatie in het woonhuis opgebouwd moet worden?
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

In de wisselschakeling van Ilse heb ik 24 V spanning, en 25 W aan vermogen. Wat is de stroomsterkte?
A
3
B
2
C
1
D
pindakaas

Slide 13 - Quizvraag

Heb je voor je gevoel de doelen van deze les bereikt?
1. Deelnemers kunnen 2 schakelingen in een woonhuis uitleggen
2. Deelnemers kunnen uitrekenen hoeveel Watt aan vermogen je kan gebruiken op 1 elektra groep
A
Ja zeker
B
Een beetje
C
Niet echt

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide